Een internationale groep wetenschappers onderzocht de verbranding van verschillende producten. De hoeveelheid toegevoegde nanodeeltjes aan deze producten had geen invloed op het aantal nanodeeltjes in de lucht. Het soort product dat verbrand werd wel. De toegevoegde nanodeeltjes bleven vaak achter in de asresten. Het ‘lekken’ van sommige nanodeeltjes uit asresten naar bodem en water kan reden tot zorg geven.

Verbrandingslucht papier bevat relatief veel deeltjes

De onderzoekers verbrandden de materialen in een testopstelling bij een temperatuur van 570 °C. Vervolgens telden zij hoeveel deeltjes er in de lucht terecht kwamen. Ze zagen verschillen in de hoeveelheid kleine deeltjes (5,6 – 560 nm) die vrijkwam bij het verbranden van de verschillende materialen. Bij het verbranden van papier kwamen er meer kleine deeltjes vrij dan bij het verbranden van de gecoate houtpanelen of polymeercomposieten. Voor de grotere deeltjes (542 nm - 20 µm) was daar minder verschil in.

Nanodeeltjes klonteren samen door verbranding

Opmerkelijk was dat de hoeveelheid nanodeeltjes in de materialen geen invloed had op het aantal nanodeeltjes dat vrijkwam bij de verbranding. Ook waren de vrijgekomen deeltjes in alle gevallen groter dan de origineel toegevoegde nanodeeltjes. Dat betekent dat de nanodeeltjes samenklonteren tijdens het verbrandingsproces.

Komen de toegevoegde nanodeeltjes vrij bij verbranding? 

Bij verbranding voert de rook een deel van de as mee. Dit heet vliegas. De as die overblijft na de verbranding, wordt bodemas genoemd. In opgevangen vliegas en bodemas keken de onderzoekers naar de vorm en chemische samenstelling van de vrijgekomen deeltjes. Uit de chemische analyses bleek dat de vliegas vooral bestond uit bestanddelen van de materialen zelf. Bijvoorbeeld uit polymeren, hout of papier. 

Bij het verbranden van composiet met koper-nanodeeltjes vonden de onderzoekers wel koper terug in de vliegas. Dit kwam omdat de koper-nanodeeltjes waren versmolten met andere bestanddelen van de composieten. Bij de overige materialen vonden de onderzoekers de toegevoegde nanodeeltjes alleen terug als samengeklonterde deeltjes in de bodemas. 

Wat vindt het RIVM?

In dit onderzoek werd het verbranden van producten met nanodeeltjes gesimuleerd. Dit zou kunnen voorkomen bij een brand of bij het verbranden van materiaal die met nanodeeltjes zijn gecoat. Op basis van deze resultaten lijkt de kans klein dat toegevoegde nanomaterialen in producten tijdens verbranding in de buitenlucht vrijkomen als losse nanodeeltjes. Het is waarschijnlijker dat de nanodeeltjes in vliegas terechtkomen. In deze as zijn ze versmolten met andere bestanddelen van de producten. 

Zoals ook met andere stoffen en metalen moet je rekening houden met de kans dat nanodeeltjes voor kunnen komen in bodemassen. Dit blijkt ook uit een eerder onderzoek van het Duitse Milieuagentschap UBA. Het ‘lekken’ van nanodeeltjes uit asresten naar bodem en water kan, afhankelijk van het soort nanodeeltje, reden tot zorg zijn. 
Daarnaast zijn er mogelijk gezondheidsrisico’s voor werknemers die betrokken zijn bij verwerking of het verwijderen van asresten. Deze mogelijke risico’s in de afvalfase van producten moeten dus voldoende aandacht krijgen, bijvoorbeeld bij het veilig innoveren met nanomaterialen.