Hoe zwaar belasten voedingsmiddelen het milieu tijdens hun hele levenscyclus? Het is essentieel om daar meer inzicht in te krijgen om tot een duurzaam voedselsysteem te komen. Daarom publiceert het RIVM de milieubelasting van voedingsmiddelen in de LCA Life Cycle Analyses (Life Cycle Analyses)-database. Die is onderaan deze pagina te vinden, met een toelichting.

In de LCA Life Cycle Analyses (Life Cycle Analyses)-database brengt het RIVM gegevens samen om de milieubelasting van de Nederlandse voedselconsumptie te kunnen berekenen én te kunnen blijven monitoren. Dat doet het RIVM in opdracht van het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur.

Update van LCA-database 

De LCA-database is recent geüpdatet door Mérieux NutriSciences | Blonk en uitgebreid van zo’n 250 naar zo’n 400 voedingsmiddelen. De milieubelasting van veel voedingsmiddelen is lager in 2024 dan in 2019. Dat komt doordat de basisdata en berekeningsmethodieken geüpdatet zijn. Door de updates van de data en methodiek zijn de gegevens uit 2019 en 2024 niet goed met elkaar te vergelijken. Daarom publiceert het RIVM de twee versies naast elkaar. 

Lees hier een volledige beschrijving van de update van de data(PDF).

Keuze voedingsmiddelen

Het RIVM selecteerde de voedingsmiddelen, verdeeld over verschillende productgroepen, zoals vlees, zuivel, brood, groente, dranken en broodbeleg. Die zijn geselecteerd omdat ze een groot deel van de dagelijkse milieubelasting door voedselconsumptie dekken: ze worden veel geconsumeerd in Nederland (volgens de Voedselconsumptiepeiling van het RIVM en/of hebben een relatief hoge milieubelasting. Daarnaast zijn voedingsmiddelen toegevoegd die specifiek interessant zijn voor onderzoek, zoals bewerkte voedingsmiddelen.

Onderzoeksmethode LCA-database

De cijfers in de database zijn samengesteld door middel van de Levenscyclus Analyse (LCA). Hierbij wordt de milieubelasting van een voedingsmiddel berekend op basis van een inventarisatie van alle relevante materiaal- en emissiestromen tijdens de hele levenscyclus. Deze inventarisatie, de Life Cycle Inventory (LCI Landelijke coördinatie infectieziektebestrijding (Landelijke coördinatie infectieziektebestrijding)), voerde Mérieux NutriSciences | Blonk uit in opdracht van het RIVM.

Met de LCA is de milieubelasting in kaart gebracht voor de volgende milieu-indicatoren:

  • broeikasgasemissies
  • vermesting van zoet- en zoutwater
  • verzuring van de bodem
  • landgebruik
  • blauw waterverbruik (irrigatiewater)

Drie sets gegevens op basis van systeemgrenzen

In de tabel staan drie verschillende sets met gegevens. Deze sets geven de gebruiker inzicht in de milieubelasting van voedingsmiddelen over specifieke schakels van de voedselketen.

  • De eerste set gegevens is van ‘wieg tot en met consumptie’.
  • De tweede set is van ‘wieg tot en met distributie’.
  • De derde set is van ‘wieg tot en met retail’.

De set van ‘wieg tot en met consumptie’ neemt de hele voedselketen tot en met consumptie mee. Dat is inclusief de schakels supermarkt en bereiding en consumptie van voedsel. Ook factoren zoals snijverliezen, verspilling en bereiding worden meegenomen. Voorbeelden zijn: 1 kilogram (kg kilogram (kilogram)) koffie bereid (inclusief water), 1 kg spinazie bereid (slinkt door verhitting) of 1 kg ananas (snijverliezen door schil).

De set van ‘wieg tot en met distributie’ geeft inzicht in de milieubelasting van voedingsmiddelen tot en met distributie. Dat betekent tot en met het punt waar retailers, zoals restaurants en cateraars, voedingsmiddelen inkopen bij een distributiecentrum in Nederland. Voorbeelden zijn: 1 kg koffie, 1 kg spinazie of 1 kg ananas.

De set van ‘wieg tot en met retail’ geeft inzicht in de milieubelasting van voedingsmiddelen tot en met retail. Dat betekent tot en met het punt waarop het voedingsmiddel in de supermarkt in Nederland ligt. Voorbeelden zijn: 1 kg koffie, 1 kg spinazie of 1 kg ananas.

Disclaimer

De LCA Life Cycle Analyses (Life Cycle Analyses)-data zijn in 2023 geüpdatet door Mérieux NutriSciences | Blonk, in opdracht van het RIVM. Er is op deze cijfers geen ‘kritische review’ gedaan, zoals gespecificeerd in de ISO International Organization of Standardization (International Organization of Standardization)-14040 norm (ISO staat voor International Organization of Standardization). Daardoor mogen deze cijfers niet worden gebruikt om individuele voedingsmiddelen, zoals een appel en een peer, met elkaar te vergelijken. Daarvoor is een externe review nodig, zoals gespecificeerd in de ISO-14040 norm. Wel kunnen productcategorieën, zoals groente en fruit, met elkaar worden vergeleken. 

Wat kan wel en niet met deze LCA-database

De gegevens over de milieubelasting van voedingsmiddelen zijn openbaar en vrij te gebruiken (volledige licentietekst CC BY 4.0). De dataset is op dit moment vooral geschikt als een bron van milieugegevens over generieke voedingsmiddelen1 . Daarnaast dient de database als bron voor wetenschappelijk en beleidsondersteunend onderzoek. De resultaten zijn met name geschikt voor verder onderzoek naar het verduurzamen van voedingspatronen.

1Generieke voedingsmiddelen zijn algemene producten zoals een pot pindakaas. Geen merk-specifieke producten.

Recente wijzigingen 

19-09-           2023                                       De cijfers over de milieubelasting zijn geüpdatet en uitgebreid van zo’n 250 naar zo’n 400 voedingsmiddelen. De milieubelasting van veel voedingsmiddelen is lager in 2024 dan in 2019. Dat komt doordat de basisdata en berekeningsmethodieken geüpdatet zijn. Door de updates van de data en methodiek zijn de gegevens uit 2019 en 2024 niet goed met elkaar te vergelijken. Daarom publiceert het RIVM de twee versies naast elkaar.
01-02-2021 De cijfers over de milieubelasting van lamsvlees zijn in de laatste versie verwijderd. Mérieux NutriSciences | Blonk en het RIVM willen de huidige berekening voor lamsvlees evalueren. Tot die update er is, halen we de milieubelastingcijfers voor lamsvlees uit de dataset.
06-07-2020  Aanpassing van verkeerde NEVO-codes bij sperziebonen.

Beschrijving

Een duurzaam voedselsysteem voorziet in de voedsel- en voedingsmiddelenbehoefte van huidige en toekomstige generaties, hier en elders en beschermt de ecologische systemen op aarde.

Om tot een duurzaam voedselsysteem te komen, is het essentieel inzicht te hebben in de mate van milieubelasting van verschillende voedingsmiddelen over hun gehele levenscyclus. In opdracht van het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur bracht het RIVM gegevens samen om de milieubelasting van de Nederlandse voedselconsumptie gedurende de hele levenscyclus te kunnen berekenen en in de toekomst te kunnen blijven monitoren. In de tabel wordt de milieubelasting per voedingsmiddel uitgedrukt met zes milieu-indicatoren:

  • broeikasgasemissies
  • vermesting zoet water
  • vermesting zout water
  • verzuring van de bodem
  • landgebruik 
  • irrigatiewaterverbruik

In de tabel zijn de waarden voor deze milieu-indicatoren van 400 in Nederland geconsumeerde voedingsmiddelen opgenomen.

De voedingsmiddelen in de tabel zijn gekozen omdat ze veel worden geconsumeerd in Nederland volgens de Voedselconsumptiepeiling, of een relatief hoge milieubelasting hebben, of omdat er voldoende milieugegevens over bestaan wat ze interessant maakt voor vervolgonderzoek. De voedingsmiddelen in de tabel zijn verdeeld over verschillende productgroepen.

Methode

De LCA Life Cycle Analyses (Life Cycle Analyses)-data zijn in 2023 geüpdatet door Mérieux NutriSciences | Blonk, in opdracht van het RIVM. Lees hier een volledige beschrijving(PDF).  De cijfers in de database worden samengesteld door middel van de Levenscyclus Analyse (LCA). Hierbij wordt eerst alle relevante informatie uit de levenscyclus van een voedingsmiddel verzameld en opgeslagen in een zogenoemde ‘Life Cycle Inventory’ (LCI Landelijke coördinatie infectieziektebestrijding (Landelijke coördinatie infectieziektebestrijding)). Met behulp van het LCA-softwareprogramma SimaPro (versie 9.5), en het ReCiPe 2016 effectbeoordelingsmodel is deze inventaris vertaald naar LCA-gegevens voor de zes milieu-indicatoren. Binnen het ReCiPe 2016 model is het zogenoemde ‘hierarchist perspectief’ gekozen in combinatie met milieu-indicatoren op ‘mid-point’ niveau. Deze LCA studies zijn uitgevoerd volgens de ISO14040 en 14044 richtlijnen en waar toepasselijk afgestemd met de Product Environmental Footprint Category Rules. Hieronder volgt een korte beschrijving van de belangrijkste uitgangspunten.

Doel en reikwijdte

De LCA studies hebben als doel de milieubelasting van een voedingsmiddel op de Nederlandse markt te modelleren en daarbij alle relevante materiaal- en emissiestromen van een levenscyclus te beschrijven (‘attributional approach’). De zogenoemde ‘functionele eenheid’ die dit onderzoek hanteert is “1 kg kilogram (kilogram) voedingsmiddel geconsumeerd door de Nederlandse consument en verkocht via een Nederlandse supermarkt”.

Systeemgrenzen

De systeemgrenzen geven aan welke levenscyclusfasen in een LCA studie meegenomen worden. In de tabel zijn drie sets van gegevens opgenomen, die van elkaar verschillen in de gehanteerde systeemgrens: van ‘wieg-tot-consumptie ’ , van ‘wieg-tot-distributie’ en van ‘wieg-tot-retail ’. Hieronder worden de levenscyclusfasen toegelicht. Er wordt uitgegaan van aankoop van het voedingsmiddel in een Nederlandse supermarkt. De fasen aangeduid met een *zijn onderdeel van de systeemgrens ‘wieg-tot-distributie’ en ‘wieg-tot-retail’.

  • *Primaire productie van het voedingsmiddel, bijvoorbeeld agrarische gewassen, vee en vis. Dit is per land van herkomst gemodelleerd. Per voedingsmiddel zijn er doorgaans meerdere herkomstlanden gedefinieerd om aan te sluiten bij de marktsituatie in Nederland.
  • *Na-oogst-bewerking van primaire producten. Voor een aantal producten vindt de verwerking, door drogen en ontschillen van een product, tot voedingsmiddel plaats in het land van herkomst.
  • *Verwerking van primaire producten tot voedingsmiddelen. Hierbij wordt meestal aangenomen dat de verwerking van een voedingsmiddel plaatsvindt in Nederland.
  • *Verpakking van voedingsmiddelen. Het type verpakkingsmiddel is gekozen op basis van het actuele aanbod in supermarkten. Voedingsmiddelen kunnen daarom twee keer voorkomen in de tabel.
  • *Opslag en distributie van voedingsmiddelen. De voedingsmiddelen worden al dan niet gekoeld of bevroren opgeslagen in het distributiecentrum en gereed gemaakt voor transport. Voedselverliezen tijdens opslag en distributie zijn meegenomen.
  • Verkoop van voedingsmiddelen. Voedingsmiddelen worden al dan niet gekoeld of bevroren opgeslagen en geëtaleerd voor de verkoop.
  • Bereiding van voedingsmiddelen thuis. Deze fase bestaat uit drie onderdelen, namelijk het al dan niet gekoeld of bevroren bewaren, het snijden (waardoor verliezen ontstaan) en uiteindelijk het ‘koken’ van voedingsmiddelen. Afvalverwerking van verpakkingen en snijverliezen zijn in deze fase van de levenscyclus ook meegerekend.
  • Consumptie van voedingsmiddelen. Niet al het bereide voedsel wordt daadwerkelijk geconsumeerd. De impact van voedselverliezen die naar riool, compostering en vuilverbranding gaan wordt in deze fase ook meegenomen.

Transport

Transport is gemodelleerd tot en met de verkoop in de supermarkt. Afhankelijk van het type voedingsmiddel en de herkomstlanden, kan dit transport via lucht, water, weg of rails gaan. Het transport van de supermarkt naar de consument thuis is niet meegenomen bij de berekeningen vanwege een limiet op het aantal variabelen.

Voedselverliezen

Er vindt op verschillende plekken in de keten voedselverspilling plaats. Dit kunnen vermijdbare en niet vermijdbare voedselverliezen zijn, zoals verliezen in supermarkten en snijverliezen tijdens de bereiding. Productgroep-specifieke percentages zijn gebruikt voor vermijdbare voedselverliezen en product-specifieke percentages voor snijverliezen.

Verpakking

Voor de verpakking van de voedingsmiddelen is er van uitgegaan dat er alleen primair verpakkingsmateriaal wordt gebruikt, de (laatste) verpakking waarin het voedingsmiddel verpakt zit. Daarnaast wordt er van uitgegaan dat er geen gerecycled materiaal wordt gebruikt. Afgedankte verpakkingen worden verbrand met terugwinning van energie.

Allocatie

Als een product meerdere bijproducten heeft, wordt de milieubelasting over deze productstromen verdeeld. In deze LCA studies is deze verdeling, of allocatie, gebeurd op basis van de economische waarde van de producten. Een uitzondering is de productie van melk, waarvoor biofysische allocatie is toegepast.

Milieu-indicatoren

De levenscyclus-milieubelasting van 1 kg voedingsmiddel op het bord van de consument wordt uitgedrukt door middel van zes  milieu-indicatoren, zogenaamde ‘midpoint’ effectcategorieën:

  • Broeikasgasemissie (kg CO2 carbon dioxide (carbon dioxide)-equivalent)
  • Verzuring (kg SO2 zwaveldioxide (zwaveldioxide)-equivalent)
  • Vermesting zoet water (kg P-equivalent)
  • Vermesting zout water (kg N-equivalent)
  • Landgebruik (m2/jaar)
  • Waterverbruik (m3 kubieke meter (kubieke meter))

Het toxische effect van pesticides op ecosystemen wordt niet meegenomen in het onderzoek, omdat de kwaliteit van de beschikbare data nog onvoldoende is.

Klimaatverandering via broeikasgasemissie

Dit is een indicator voor de opwarming van de aarde door de uitstoot van broeikasgassen door menselijke activiteit. Alle emissies tijdens de levenscyclus van een product die bijdragen aan klimaatverandering zijn inbegrepen. Denk aan lachgasemissies tijdens de teelt van gewassen, methaanemissies tijdens veeteelt en emissies door verandering van landgebruik. De broeikasgasemissies door verandering in landgebruik worden gemodelleerd volgens PAS2050-1 die alleen kijkt naar ‘direct land use’. Klimaatverandering wordt uitgedrukt in de eenheid kg CO2-equivalent.

Terrestrische verzuring

Dit is een indicator voor de verandering van de zuurgraad in de bodem door de atmosferische depositie van anorganische stoffen door menselijke activiteit. Alle emissies tijdens de levenscyclus van een product die bijdragen aan verzuring, zoals sulfaten, nitraten en fosfaten, worden hierbij meegenomen. Verzuring wordt uitgedrukt in de eenheid kg SO2-equivalent.

Vermesting marien- en zoetwater

Dit is een indicator voor de verrijking van de mariene- en zoetwateromgeving door nutriënten als gevolg van menselijke activiteit. Alle emissies gedurende de levenscyclus van een product die bijdragen aan vermesting, voornamelijk stikstof en fosfaatverbindingen, worden hierbij meegenomen. Vermesting wordt uitgedrukt in de eenheid kg N-equivalent (marien water) en kg P-equivalent (zoetwater).

Landgebruik

Dit is een indicator voor het gebruik en de transformatie van landoppervlakte als gevolg van menselijke activiteit. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen het gebruik van een zeker stuk land gedurende een bepaalde periode en de transformatie van een zeker stuk land om het geschikt te maken voor productie (‘direct land use change’). Landgebruik wordt uitgedrukt in de eenheid m2/jaar; gebruikt landoppervlak wordt vermenigvuldigd met de periode van gebruik.

Waterverbruik

Dit is een indicator voor de consumptie van zoetwater als gevolg van menselijke activiteit. Het betreft irrigatiewater tijdens de teelt van gewassen of de ‘blue water footprint‘, (blauw) waterverbruik wordt uitgedrukt in m3 water.

Contact

Contact:

Maakt u gebruik van deze dataset? Laat het ons weten.
We horen graag op welke manier deze gegevens in onderzoek worden toegepast. Ook als u interesse heeft in het gebruik van deze data horen we dat graag.

U kunt contact met ons opnemen via  lcavoedsel@rivm.nl 

U kunt zich ook aanmelden voor de Nieuwsbrief Voeding.