Op deze pagina staat informatie over de surveillance van influenza (griep).
Omdat de meeste luchtweginfecties vooral in de winter voorkomen, worden de data gepresenteerd voor een luchtwegseizoen of een respiratoir jaar. Een luchtwegseizoen loopt van week 40 van het ene jaar tot en met week 20 van het daaropvolgende jaar. Een respiratoir jaar loopt van week 40 van het ene jaar tot en met week 39 van het daaropvolgende jaar. Op deze pagina is de data van het respiratoire jaar 2023/2024 beperkt tot het luchtwegseizoen. Meer achtergrondinformatie over de verschillende surveillance bronnen staan in het document ‘achtergrond en methoden over de respiratoire surveillance van 2023/2024’ (in het Engels).
Over de griepepidemie van 2023/2024
De griepepidemie van luchtwegseizoen 2023/2024 duurde van week 3 2024 tot en met week 11 2024. De epidemie duurde negen weken. Dit is gebaseerd op gegevens van alle beschikbare surveillancebronnen voor griep (influenza). Alleen tijdens de eerste vier weken van de griepepidemie (week 3 t/m 6 2024) lag het aantal mensen dat met griepachtige klachten (influenza-achtig ziektebeeld (IAZ)) naar de huisarts ging boven de epidemische grens van 58 op 100.000 mensen. Maar uit de monsters van deze patiënten en uit andere surveillancebronnen bleek dat er t/m week 11 nog verhoogde circulatie van influenzavirus was. Influenzavirus type A kwam dit seizoen het meest voor. Influenzavirus type B slechts af en toe.
Vooral influenza A(H1N1)pdm09
In het laboratorium wordt onderzoek gedaan naar bepaalde subtypes van de influenza virussen. Subtype A(H1N1)pdm09 kwam in 2023/2024 vaker voor dan subtype A(H3N2). Van de monsters die werden afgenomen bij patiënten die met griepachtige klachten bij de huisarts kwamen, bleek 21% influenzavirus subtype A(H1N1)pdm09 te hebben en 8% het subtype A(H3N2). Bij deelnemers aan Infectieradar met luchtwegklachten (acute respiratoire infectie (ARI (acute respiratoire infectie))) bleek 3% positief voor het influenzavirus subtype A(H1N1)pdm09 en 1% voor A(H3N2).
Van de griepmonsters die het NIC (Nationaal Influenza Centrum) (Erasmus MC (Erasmus University Medical Center) en RIVM) ontving, werden in totaal 1.233 monsters gesubtypeerd:
- 68% was influenzavirus type A(H1N1)pdm09;
- 30% was influenzavirus type A(H3N2);
- 2% was influenzavirus type B van de Victoria-lijn.
In alle leeftijdsgroepen werden influenza A (sub)types gevonden. B/Victoria werd het meest gevonden in leeftijdsgroepen onder de 50 jaar. Sinds maart 2020 is er in Nederland geen influenzavirus van de B Yamagata-lijn gevonden. Ook wereldwijd lijkt deze lijn verdwenen (Caini, Meijer et al.).
Ziekte door griep
Het afgelopen luchtwegseizoen (2023/2024) is de incidentie van mensen met griepachtige klachten door het griepvirus (symptomatische influenza) geschat op 391 per 10.000 personen. De geschatte incidentie is het hoogst in de jongste leeftijdsgroep (0-4 jaar). Deze symptomatische incidentie van griep wordt bepaald op basis van informatie over het aantal mensen dat de huisarts bezoekt met griepachtige klachten, het percentage van deze mensen waarbij de klachten daadwerkelijk veroorzaakt worden door het griepvirus en de kans dat iemand met griepachtige klachten de huisarts bezoekt. Omdat het aantal surveillancebronnen is uitgebreid en de interpretatie van de al bestaande surveillancebronnen veranderd is (bijvoorbeeld door een veranderd zorgzoekgedrag), zijn we bezig om de berekeningen voor de griep incidentie op een andere manier uit te voeren. Voor de uitkomsten op deze pagina wordt de voorheen gebruikte versie nog gebruikt.
Verminderde remming
Onder de meeste geteste A(H1N1)pdm09- en alle A(H3N2)- en B/Victoria-virussen werd geen verminderde gevoeligheid gevonden voor virusremmers zoals oseltamivir of baloxavir. Dit wordt bij een deel van de griepvirussen die voor de surveillance verzameld worden, systematisch onderzocht.
Ook worden de griepvirussen onderzocht op bepaalde genetische veranderingen (mutaties die leiden tot aminozuursubstituties) die een verminderde gevoeligheid voor virusremmers tot gevolg kan hebben. Virusremmers (antivirale middelen) worden in Nederland weinig gebruikt, alleen bij mensen met een heel hoog risico om ernstig ziek te worden van de griep.
Kort voor de start van het luchtwegseizoen van 2023/2024 is in Nederland voor het eerst een A(H1N1)pdm09-virus aangetoond met een dubbele aminozuursubstitutie NA-I223V en NA-S247N. Tijdens de piek in virusdetecties bedroeg het percentage dubbelmutante virussen van gesequencede A(H1N1)pdm09 ongeveer 10%. Van week 40 2023 t/m week 28 2024 werden in totaal 30 (3,4%) dubbelmutante virussen gevonden. Deze virussen vertoonden een licht verminderde remming door de virusremmer oseltamivir. Er werden in de surveillance nog drie andere A(H1N1)pdm09 virussen met verminderde remming door oseltamivir gevonden; twee virussen met aminozuursubstitutie NA-H275Y en één virus met aminozuursubstitutie NA-I223T.
De NA-H275Y mutanten kunnen resistent voor oseltamivir beschouwd worden en zullen dus niet met oseltamivir-therapie bestreden kunnen worden. Voor de andere gevonden mutanten is dat minder duidelijk omdat er geen of weinig data is over behandeling van patiënten die geïnfecteerd zijn met deze mutanten. Wel zullen deze mutanten minder goed geremd worden door oseltamivir, wat kan zorgen dat de behandeling minder effectief zal zijn.
Vergelijking virus en vaccin
Op enkele uitzonderingen na sloot de vaccinsamenstelling voor 2023/2024 goed aan bij de circulerende influenza virussen. Ook buiten Nederland kwamen de virussen die rondgingen goed overeen met de virussen opgenomen in het vaccin. Omdat een deel van de recente A(H3N2) virussen lijken te veranderen ten opzichte van de huidige vaccinstam is de aanbeveling voor de A(H3N2) virus vaccincomponent voor seizoen 2024/2025 aangepast.
Van de gekarakteriseerde influenza A(H1N1)pdm09 virussen behoorden er ongeveer drie kwart tot clade 5a.2a en een kwart tot clade 5a.2a.1, waartoe ook de vaccinstam A/Victoria/4897/2022 behoort. Van de gekarakteriseerde influenza A(H3N2) virussen behoorden enkele virussen tot de 2a.3a clade, terwijl de overgrote meerderheid behoorde tot de 2a.3a.1 clade. De gekarakteriseerde influenza B (Victoria-lijn) virussen behoorden allen tot clade V1A.3a.2.
Werkzaamheid van het influenzavaccin
In het 2023/2024 winterseizoen was in Europa de effectiviteit van het influenzavaccin tegen influenza A(H1N1)pdm09 infecties 53% (95% betrouwbaarheidsinterval: 41% tot 63%), en tegen influenza type A(H3N2) infecties 30% (95% betrouwbaarheidsinterval: -3% tot 54%). In het seizoen 2023/2024 heeft de griepvaccinatie naar schatting ruim 6.000 huisartsbezoeken door mensen van 65 jaar en ouder voorkomen. Deze tussentijdse schattingen, afkomstig van het Europese VEBIS-onderzoek, zijn tijdens het winterseizoen gemaakt. Het RIVM heeft, net als andere Europese landen, data voor dit onderzoek aangeleverd. De schattingen zijn berekend voor influenzavirusinfecties bij mensen van alle leeftijden, die met griepachtige klachten bij de huisarts zijn geweest en bij wie een keel/neusmonster is afgenomen. De definitieve vaccineffectiviteit gebaseerd op gegevens van het gehele winterseizoen volgt op een later moment. Op basis van het aantal mensen dat met griep bij de huisarts kwam en de voorlopige schatting van de vaccineffectiviteit is de schatting gemaakt van het aantal huisartsbezoeken dat voorkomen is door griepvaccinatie. Deze schatting is gemaakt voor mensen van 65 jaar en ouder die zijn gevaccineerd binnen het Nederlandse griepvaccinatieprogramma.
Tabel 1: Overzicht van influenza-epidemieën de afgelopen 10 luchtwegseizoenen
Seizoen | Start week | Einde week | Duur epidemie |
---|---|---|---|
2014/2015 | Week 49 2014 | Week 17 2015 | 21 weken |
2015/2016 | Week 1 2016 | Week 11 2016 |
11 weken |
2016/2017 | Week 48 2016 | Week 11 2017 | 16 weken |
2017/2018 | Week 50 2017 | Week 15 2018 | 18 weken |
2018/2019 | Week 50 2018 | Week 11 2019 | 14 weken |
2019/2020 |
Eerste golf: week 5 2020 Tweede golf: week 10 2020
|
Eerste golf: week 7 2020 Tweede golf: week 11 2020
|
Eerste golf: 3 weken Tweede golf: 2 weken Totaal: 5 weken |
2020/2021 | Geen influenza-epidemie | Geen influenza-epidemie | Geen influenza-epidemie |
2021/2022 | Week 8 2022 | Week 20 2022 | 13 weken |
2022/2023 | Week 50 2022 | Week 11 2023 | 14 weken |
2023/2024 | Week 3 2024 | Week 11 2024 | 9 weken |
Voetnoot: verschillende methodes zijn gebruikt om de definitie van een influenza-epidemie vast te stellen in de verschillende seizoenen. Zie ook Achtergrond en methoden (in het Engels).
Fig 1 IAZ en virologie influenza
Sla de grafiek Figuur 1. Percentage monsters van IAZ-patiënten bij de huisarts, positief voor influenzavirus tijdens het luchtwegseizoen (week 40 2023 tot en met week 20 2024), per week en de IAZ-incidentie per 100.000 inwoners. (Bronnen: Nivel peilstations en NIC-locatie RIVM). over en ga naar de datatabelVoetnoot: In deze figuur is de IAZ (influenza-achtig ziektebeeld)-incidentie per 100.000 inwoners weergegeven (en niet zoals in de meeste figuren per 10.000 inwoners), om een gecombineerde weergave met het aantal geteste monsters mogelijk te maken.
Fig 2 influenza IAZ virologie NPS leeftijd
Sla de grafiek Figuur 2. Percentage monsters van IAZ-patiënten bij de huisarts, positief voor influenzavirus tijdens het luchtwegseizoen (week 40 2023 tot en met week 20 2024), per leeftijdsgroep. (Bronnen: Nivel peilstations en NIC-locatie RIVM). over en ga naar de datatabelFig 3 subtypering NIC
Sla de grafiek Figuur 3. Subtypes van influenzavirussen toegestuurd door Nederlandse laboratoria naar NIC-locaties Erasmus MC en RIVM tijdens het luchtwegseizoen 2023/2024, weergegeven per week van monsterafname (bronnen: NIC-locatie RIVM, NIC-locatie Erasmus MC). over en ga naar de datatabelFig 4 subtypering NIC leeftijd
Sla de grafiek Figuur 4. Subtypes van influenzavirussen toegestuurd door Nederlandse laboratoria naar NIC-locaties Erasmus MC en RIVM tijdens het luchtwegseizoen 2023/2024, weergegeven per leeftijdsgroep (bronnen: NIC-locatie Erasmus MC en NIC-locatie RIVM) over en ga naar de datatabelFiguur 7. Geschatte symptomatische griep incidentie per 10.000 inwoners binnen het luchtwegseizoen (week 40 tot en met week 20 van het volgende jaar), buiten het luchtwegseizoen (week 21 t/m week 39) en in het gehele respiratoire jaar (week 40 tot en met week 39 van het volgende jaar) voor de respiratoire jaren 2019/2020 t/m 2022/2023 en het luchtwegseizoen 2023/2024. (Bronnen: Nivel peilstations surveillance, NIC (Nationaal Influenza Centrum) locatie RIVM, De Grote Griepmeting (t/m 2019/2020), Infectieradar (vanaf 2021/2022)).
Voetnoot: de foutbalken geven het 95% onzekerheidsinterval weer. Voor het respiratoire seizoen 2023/2024 is de data buiten het luchtwegseizoen (van week 21 t/m week 39) nog niet beschikbaar (NA).
Figuur 8. Geschatte symptomatische griep incidentie per 10.000 inwoners voor de verschillende influenza subtypes, binnen de luchtwegseizoenen (week 40 tot en met week 20 van het volgende jaar) van 2019/2020 t/m 2023/2024. (Bronnen: Nivel peilstations surveillance, NIC (Nationaal Influenza Centrum) locatie RIVM, De Grote Griepmeting (t/m 2019/2020), Infectieradar (vanaf 2021/2022)).
Voetnoot: de foutbalken geven het 95% onzekerheidsinterval weer.
Figuur 9. Geschatte symptomatische griep incidentie per 10.000 inwoners voor de verschillende leeftijdsgroepen, binnen de luchtwegseizoenen (week 40 tot en met week 20 van het volgende jaar) van 2019/2020 t/m 2023/2024. (Bronnen: Nivel peilstations surveillance, NIC (Nationaal Influenza Centrum) locatie RIVM, De Grote Griepmeting (t/m 2019/2020), Infectieradar (vanaf 2021/2022)).
Voetnoot: de foutbalken geven het 95% onzekerheidsinterval weer.
Fig 3.10 influenza clades
Sla de grafiek Figuur 10. Wekelijkse genetische influenzavirussen karakterisatie, van influenzavirussen die zijn toegestuurd door Nederlandse laboratoria naar NIC-locaties Erasmus MC en RIVM, en van influenzavirussen uit de Nivel peilstations surveillance en Infectieradar, tijdens het luchtwegseizoen 2023/2024 (bronnen: NIC-locatie RIVM, NIC-locatie Erasmus MC, Nivel peilstations surveillance, Infectieradar). over en ga naar de datatabelTabel 2. Impact schattingen voor influenza-achtig ziektebeeld huisartsconsulten veroorzaakt door het influenzavirus voor het seizoen 2023/2024 bij mensen van 65 jaar en ouder.
Getallen tussen haakjes zijn 95% betrouwbaarheidsintervallen. (Bronnen: Nivel Peilstations, Nivel Monitor Vaccinatiegraad NPG (Nationaal Programma Grieppreventie), VEBIS eerstelijnsgeneeskunde onderzoek en NIC (Nationaal Influenza Centrum)-locatie RIVM).
Gebruikte data | |
---|---|
Vaccinatiegraad griep vaccin bij mensen van 65 jaar en ouder 1 | 66,5 (60,0 – 72,5) |
Vaccin effectiviteit 2 | 50,0 (39,2 – 60,9) |
Aantal huisartsbezoeken voor griep bij mensen van 65 jaar en ouder | 12.381 (8.880 – 16.660) |
Geschatte impact | |
Aantal voorkomen huisartsbezoeken voor griep | 6.167 (3.641 – 9.680) |
Aantal voorkomen huisartsbezoeken voor griep per 100.000 inwoners van 65 jaar en ouder. | 168 (99 – 263) |
Aantal personen dat gevaccineerd moet worden om één huisartsbezoek voor griep te voorkomen | 397 (259 – 654) |
Voetnoot:
1. Bron: Monitor Vaccinatiegraad Nationaal Programma Grieppreventie (NPG) 2023.
2. Zie het document ‘achtergrond en methoden over de respiratoire surveillance van 2023/2024’ (in het Engels) voor de parameters die zijn gebruikt voor de berekening van de gewogen algehele effectiviteit van het vaccin.
Figuur 11. Schattingen van voorkomen huisartsbezoeken voor griep, seizoenen 2018/2019, 2019/2020, 2022/2023 en 2023/2024 bij mensen van 65 jaar en ouder. (Bronnen: Nivel peilstations, Nivel Monitor Vaccinatiegraad NPG , VEBIS eerstelijnsgeneeskunde onderzoek en NIC-locatie RIVM).
Blauwe balken geven het geschatte aantal waargenomen gevallen weer. Oranje balken geven het geschatte aantal gevallen weer dat is voorkomen door de griepvaccinatiecampagne van 2023, met 95% betrouwbaarheidsintervallen.
Voetnoot: Vanwege het waarschijnlijke veranderde gedrag om de huisarts te bezoeken tijdens de COVID-19-pandemie, is de impact voor de seizoenen 2020/2021 en 2021/2022 niet geschat.
Inhoudsopgave surveillance luchtweginfecties
Meer over surveillance luchtweginfecties