Wereldwijd gebruiken we steeds meer producten. Denk daarbij aan kleding, eten, elektrische apparaten en auto's. De aarde kan dit op een gegeven moment niet meer aan. Daarom gaat Nederland toewerken naar een circulaire economie: een wereld waarin we zo zoveel mogelijk hergebruiken en zo weinig mogelijk weggooien. We gaan dan zo zuinig en slim mogelijk om met grondstoffen. Dit zijn de materialen en stoffen om deze producten te maken.

​Zo kunnen we bijvoorbeeld producten repareren in plaats van weg te gooien, van oud papier nieuw papier maken en van plastic flessen nieuw plastic maken. Van te voren goed nadenken bij het ontwerpen en maken van nieuwe producten zorgt ook voor minder afval en vervuiling.

Waarom is een circulaire economie belangrijk?

Een circulaire economie is vooral belangrijk omdat: 

  • We de aarde uitputten. We gebruiken als wereldbevolking nu al elk jaar meer dan de aarde kan bieden. We putten hiermee de aarde uit. Onze kinderen en kleinkinderen zullen dit merken en het daarom minder goed hebben.
  • Om klimaatverandering tegen te gaan. Het maken van spullen en het winnen van grondstoffen kost energie. Daarmee warmt de aarde op. Hoe meer we verbruiken en consumeren, hoe meer de aarde zal opwarmen. We zullen dus zuinig en slim moeten omgaan met onze grondstoffen. Ook zal de energie die we gebruiken van hernieuwbare bronnen moeten komen, zoals zon, wind en water.

Figuur 1 laat zien hoe een circulaire economie eruit kan zien. Het heeft de vorm van een vlinder. De linker vleugel geeft de circulaire processen van de hernieuwbare materialen, de rechter van de niet-hernieuwbare materialen. Hernieuwbare materialen zijn natuurlijke materialen, bijvoorbeeld katoen, wol, papier of hout. Niet-hernieuwbare materialen zijn bijvoorbeeld delfstoffen zoals ijzer en zeldzame metalen, en door de mens gemaakte materialen, zoals beton en kunststof.

In een circulaire economie hebben de kleine cirkels de voorkeur (reparatie en hergebruik), daarna komen de grotere cirkels (recycling) en pas als laatste afvalverbranding en storten.

Nederland en Europa

Nederland wil in 2050 een volledig circulaire economie hebben. Dit is een economie zonder afval, waarbij alles gemaakt wordt met herbruikbare grondstoffen. In 2030 wil Nederland al voor de helft minder grondstoffen gebruiken.
De Europese Commissie heeft een Europees actieplan opgesteld voor de circulaire economie met als ondertitel “Voor een schoner en concurrerender Europa”. Dit actieplan hoort bij de Europese ''Green Deal". Met deze Green Deal wil Europa in 2050 klimaatneutraal zijn en het verlies aan biodiversiteit stoppen.

Figuur 1 laat zien hoe een circulaire economie eruit kan zien. Het heeft de vorm van een vlinder. De linker vleugel geeft de circulaire processen van de hernieuwbare materialen, de rechter van de niet-hernieuwbare materialen. Hernieuwbare materialen zijn natuurlijke materialen, bijvoorbeeld katoen, wol, papier of hout. Niet-hernieuwbare materialen zijn vaak delfstoffen zoals ijzer en zeldzame metalen, en door de mens gemaakte materialen, zoals beton en kunststof. In een circulaire economie hebben de kleine

Figuur 1: Hoe werkt een circulaire economie. Het 'vlindermodel' van de Ellen MacArthur Foundation vertaald door Jolanda Kwakman.

Het RIVM en circulaire economie

Het RIVM  bewaakt de gezondheid en kwaliteit van de leefomgeving tijdens de overgang naar een circulaire economie. We geven advies over slimme keuzes met behulp van kennis en wetenschappelijke methoden. Daarbij hoort nadenken over hoe producten zó ontworpen en geproduceerd kunnen worden dat ze zo weinig mogelijk nieuwe grondstoffen gebruiken en ook veilig zijn voor mens en milieu.

Hergebruik of recycling van chemische stoffen kan onbedoeld zorgen voor vervelende gevolgen op andere terreinen. Denk daarbij aan uitloging of verspreiding van stoffen in het milieu vanuit (bijvoorbeeld rubbergranulaat en bodemassen van afvalenergiecentrales) vanuit materialen die gerecycled worden. Het RIVM probeert methoden te bedenken om dit te kunnen inschatten zodat we mogelijke effecten voor kunnen zijn. Het RIVM draagt ook bij aan het meten van de voortgang van de circulaire economie, dus of Nederland genoeg doet om in 2050  circulair te zijn. 

Daarnaast investeert het RIVM via het Strategisch Programma RIVM (SPR Strategisch Programma RIVM (Strategisch Programma RIVM)) in kennis- en methode ontwikkeling. In de periode 2019 – 2023 onderzochten we diverse uitdagingen in de transitie naar een circulaire economie. Van duurzaam ontwerp tot afvalverwerking, van kort cyclisch tot lang cyclisch en van burgerschapsstijlen tot mondiale ketens. Klik hier voor de resultaten.

Op het gebied van circulaire economie werkt het RIVM samen met (kennis)partners, zoals het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL Planbureau voor de Leefomgeving (Planbureau voor de Leefomgeving)), het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS Centraal Bureau voor de Statistiek (Centraal Bureau voor de Statistiek)), het Centrum voor Milieuwetenschappen Leiden (CML Centrum voor Milieukunde van de Universiteit Leiden (Centrum voor Milieukunde van de Universiteit Leiden)), de Radboud Universiteit, de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland)), Rijkswaterstaat en TNO.

Veilig en duurzaam recyclen

In een circulaire economie praten we niet meer over afval, maar over materiaalstromen. Hierbij blijven eenmaal gewonnen grondstoffen in productketens, zodat ze telkens hergebruikt kunnen worden en niet verloren gaan. Dit heet recycling.

Voortgang transitie meten en monitoren

Meetlint

De overheid heeft als doel dat Nederland in 2050 een circulaire economie heeft. Hoe weten we nu of er voldoende gebeurt om dit doel te halen? Meetmethoden zijn hiervoor een bruikbaar instrument.

Circulaire economie en maatschappij

Algen

Systeemdenken in de circulaire economie.

contact over

Deze website biedt informatie over RIVM-activiteiten op het gebied van de circulaire economie. Voor vragen, informatie en uitnodigingen tot samenwerking kunt u een e-mail sturen aan: info@rivm.nl