Bij langdurige blootstelling aan luchtverontreiniging loopt iedereen, dus ook gezonde volwassenen, een risico. Toch geldt dat een aantal groepen extra kwetsbaar is (Bell et al. 2013; Mannucci et al. 2015; O'Neill et al. 2012; Pope and Dockery 2006; WHO World Health Organization (World Health Organization) 2004a; WHO 2021). De Gezondheidsraad (2018) heeft hooggevoelige groepen geïdentificeerd, op basis van de Integrated Science Assessments van de Environmental Protection Agency (2009). Dat is in 2022 in het project over Gevoelige Bestemmingen Wegverkeer (van der Zee 2022) aangevuld op basis van recente studies (HEI 2022, Burkart 2022, Roth 2020).

We nemen in deze richtlijn de terminologie van de Gezondheidsraad over en spreken over hooggevoelige groepen. Elders worden hier ook termen als kwetsbaren, gevoelige groepen of extra gevoelige mensen voor gebruikt.

De groep hooggevoeligen wordt gedefinieerd als:

  • Ouderen (boven de 65 jaar)
  • Kinderen (onder de 18 jaar)
  • Mensen met bestaande luchtwegaandoeningen
  • Mensen met bestaande hart- en vaataandoeningen
  • Mensen met diabetes
  • Het ongeboren kind (in de praktijk: zwangere vrouwen)

Op basis van cijfers van het CBS Centraal Bureau voor de Statistiek (Centraal Bureau voor de Statistiek) geldt ruim de helft van de Nederlandse bevolking als hooggevoelig vanwege het behoren tot één of meerdere groepen (een kleine 20% <18 jaar, ruim 20% >65 jaar, rest in een van de andere categorieën).

Ouderen

De gevoeligheid van ouderen wordt niet alleen veroorzaakt doordat chronische longziekten en hart- en vaatziekten vaker bij ouderen voorkomen. Veroudering heeft zelf ook effecten op de luchtwegen en longen, doordat ouderen al hun hele leven zijn blootgesteld aan omgevingsfactoren (inclusief luchtverontreiniging) en vanwege luchtweginfecties die ze hebben doorgemaakt. Veroudering heeft gevolgen voor onder andere zuurstofopname, longfunctie en borst- en longspieren, wat de gevoeligheid voor luchtverontreiniging weer verhoogt (Dusseldorp et al. 2015).

Kinderen 

Ten opzichte van volwassenen zijn kinderen extra kwetsbaar voor de gevolgen van blootstelling aan luchtverontreiniging (WHO World Health Organization (World Health Organization) 2004b, WHO 2021, HEI 2022). Dit komt doordat kinderen relatief veel lucht inademen, in verhouding tot hun lichaamsgewicht. Ook hebben zij kleinere longen en luchtwegen. En hun luchtwegen en longblaasjes zijn nog in ontwikkeling. Kinderen verblijven verder meer tijd in de buitenlucht en bewegen daar veel door sport en spel, met een groter ademminuutvolume tot gevolg. Kinderen hebben bovendien nog een zich ontwikkelend zenuwstelsel (zie het onderdeel Gezondheidseffecten – fijn stof). Ook voor effecten op de ontwikkeling van het zenuwstelsel lijken kinderen extra gevoelig. Kinderen kunnen daarnaast extra gevoelig zijn doordat zij   relatief vaker astma en infecties aan de luchtwegen hebben door andere oorzaken. Blootstelling aan fijn stof kan bij pasgeboren kinderen leiden tot sterfte aan luchtweginfecties (Pope and Dockery 2006).

Ongeboren kinderen (zwangere vrouwen)

Ongeboren kinderen hebben bij blootstelling aan   luchtverontreiniging van de moeder een groter risico op aangeboren afwijkingen, vroeggeboorte en te laag geboortegewicht (WHO 2021; HEI 2022). Daarnaast maakt het hen in de kindertijd extra gevoelig voor luchtverontreiniging. Op basis van deze studies merken we zwangere vrouwen  aan als hooggevoelige groep.

Mensen met bestaande aandoeningen

Mensen met bestaande luchtwegaandoeningen en hart- en vaataandoeningen zijn gevoeliger omdat blootstelling aan luchtverontreiniging hun bestaande klachten en/of onderliggende processen (bijvoorbeeld aderverkalking) kan verergeren (Brook et al., 2010; Hooper and Kaufman, 2018). Hierdoor zal eenzelfde dosis ingeademde luchtverontreiniging bij deze mensen eerder tot symptomen/ ziekte leiden.

Een verklaring voor de grotere gevoeligheid van mensen met diabetes (HEI 2022, Yang 2020, Bowe 2018) is dat blootstelling aan luchtverontreiniging reeds aanwezige schade aan en ontstekingsprocessen in de bloedvaten kan verergeren. Ook zou blootstelling aan luchtverontreiniging kunnen leiden tot een toename in insuline-resistentie (Zanobetti 2002, Rajagopalan 2012, Dang 2018).

Hoogblootgestelde groepen

Naast hooggevoelige groepen benoemt de Gezondheidsraad ook ‘hoogblootgestelde’ groepen als hoogrisicogroep voor luchtverontreiniging. Deze groep wordt in het Gezondheidsraadadvies als volgt gedefinieerd: “Een verhoogde blootstelling hebben vooral mensen die wonen, werken of anderszins langdurig verblijven op plaatsen met relatief veel luchtverontreiniging. Veelal gaat het om een combinatie van risicofactoren die elkaars werking kunnen versterken. Zo kan luchtverontreiniging astma verergeren, in combinatie met bijvoorbeeld roken of slechte woonomstandigheden.” (Gezondheidsraad 2018).

Referenties

  • Bell ML, Zanobetti A, Dominici F (2013) Evidence on vulnerability and susceptibility to health risks associated with short-term exposure to particulate matter: a systematic review and meta-analysis. Am J Epidemiol 178(6):865-76 
  • Dusseldorp A, Fischer P, Dijkema M, Strak MM (2015) Luchtkwaliteitsindex : Aanbevelingen voor de samenstelling en duiding.   RIVM Rapport 2014-0050
  • Gezondheidsraad (2018) Gezondheidswinst door schonere lucht.   Gezondheidsraad Nr. 2018/01
  • Mannucci PM, Harari S, Martinelli I, Franchini M (2015) Effects on health of air pollution: a narrative review. Intern Emerg Med 10(6):657-62 
  • O'Neill MS Multiple Sclerose (Multiple Sclerose) (microsoft), Breton CV, Devlin RB Robertson-Berger (Robertson-Berger) (Robertson-Berger), Utell MJ (2012) Air pollution and health: emerging information on susceptible populations. Air Qual Atmos Health 5(2):189-201 
  • Pope CA, 3rd, Dockery DW (2006) Health effects of fine particulate air pollution: lines that connect. J Air Waste Manag Assoc 56(6):709-42 
  • WHO World Health Organization (World Health Organization) (2004a) Health aspects of air pollution : answers to follow-up questions from CAFE : report on a WHO working group meeting, Bonn, Germany, 15-16 January 2004.   Copenhagen: WHO Regional Office for Europe.
  • WHO (2004b) Health aspects of air pollution. Results from the WHO project 'Systematic review of health aspects of air pollution in Europe'. WHO
  • WHO (2021). Air Quality Guidelines - Update 2021. Copenhagen, Denmark: WHO Regional Office for Europe 2021.
  • EPA Environmental Protection Agency (Environmental Protection Agency) (Environmental Protection Agency). Integrated Science Assessment for Particulate Matter. EPA, North carolina, 2009; EPA/600/R-08/139F.
  • Van der Zee, S., I. van Moorselaar, R. van de Weerdt. Wegverkeer en gevoelige bestemmingen in relatie tot luchtkwaliteit. Academische Werkplaats Gezonde Leefomgeving, 2022.
  • HEI (Health Effects Institute). HEI Panel on the Health Effects of Long-Term Exposure to Traffic-Related Air Pollution. Systematic Review and Meta-analysis of Selected Health Effects of Long-Term Exposure to Traffic-Related Air Pollution. Boston, MA Health Effects Institute; 2022 23 June 2022. Report No.: 23 Contract No.: Special Report 23.
  • Burkart K, Causey K, Cohen AJ, Wozniak SS, Salvi DD, Abbafati C, et al. Estimates, trends, and drivers of the global burden of type 2 diabetes attributable to PM2·5 air pollution, 1990–2019: an analysis of data from the Global Burden of Disease Study 2019. The Lancet Planetary Health. 2022;6(7):e586-e600.
  • Roth GA, Mensah GA, Johnson CO, Addolorato G, Ammirati E, Baddour LM, et al. Global Burden of Cardiovascular Diseases and Risk Factors, 1990-2019: Update From the GBD Global Burden of Disease (Global Burden of Disease) 2019 Study. J Am Coll Cardiol. 2020;76(25):2982-3021.
  • Brook RD RijksDriehoek (RijksDriehoek) et al. (2010). Particulate matter air pollution and cardiovascular disease: an update to the scientific statement from the American Heart Association. Circulation, 121(21):2331–2378.
  • Hooper LG, Kaufman JD Creutzfeldt-Jakob (Creutzfeldt-Jakob). Ambient Air Pollution and Clinical Implications for Susceptible Populations. Ann Am Thorac Soc. 2018 Apr;15(Suppl 2):S64-S68. doi: 10.1513/AnnalsATS.201707-574MG. PMID: 29676646; PMCID: PMC5955035.
  • Zanobetti A, Schwartz J. Cardiovascular damage by airborne particles: are diabetics more susceptible? Epidemiology. 2002;13(5):588–92.
  • Dang J, Yang M, Zhang X, Ruan H, Qin G, Fu J, Shen Z, Tan A, Li R, Moore J. Associations of Exposure to Air Pollution with Insulin Resistance: A Systematic Review and Meta-Analysis. Int J Environ Res Public Health. 2018 Nov 20;15(11):2593. doi: 10.3390/ijerph15112593. PMID: 30463387; PMCID: PMC6266153.
  • Rajagopalan S, Brook RD. Air pollution and type 2 diabetes mechanistic insights. Diabetes. 2012;61(12):3037–45.