Het RIVM onderzocht of een slechte luchtkwaliteit zorgt voor meer coronabesmettingen en of de ziekte COVID-19 daardoor ernstiger verloopt. Deze kennis helpt bij de aanpak van vergelijkbare infectieziekten in de toekomst. In dit onderzoek keken we onder andere naar de kwaliteit van de lucht in relatie tot de hoeveelheid en oorzaken van de besmettingen met het coronavirus. Het RIVM deed dit onderzoek samen met Universiteit Utrecht, Wageningen University & Research en GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) GHOR Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio) Nederland. De resultaten zijn in april 2024 gepubliceerd. 

Om de kwaliteit van het onderzoek te bewaken, is er gedurende het onderzoek een wetenschappelijke adviescommissie ingesteld. Dit was een commissie met experts op het gebied van luchtkwaliteit en infectieziekten. De commissie dacht meedenkt mee met de onderzoeksgroep over de wetenschappelijke kwaliteit, aanpak en interpretatie van de resultaten. Daarnaast was er een maatschappelijke klankbordgroep samengesteld. De mensen in deze klankbordgroep vertegenwoordigen bijvoorbeeld gemeenten, provincies, het bedrijfsleven en patiëntenorganisaties. De klankbordgroep werd ingezet om te toetsen of het onderzoek antwoord gaf op vragen die leven in de maatschappij.  

Resultaten: slechte luchtkwaliteit geeft grotere kans op infectie en ernstige ziekte door corona 

Uit het onderzoek blijkt dat ensen die wonen in gebieden met een slechte luchtkwaliteit hebben meer kans om corona te krijgen. Ook zijn de klachten erger waardoor er meer mensen overlijden. Dat luchtvervuiling de kans op luchtwegaandoeningen vergroot was al bekend. Onderzoek uit het buitenland toonde al eerder aan dat dit ook voor corona geldt. Nu blijkt dit ook voor Nederland.  

Luchtvervuilende stoffen (zoals fijnstof en stikstofoxiden) komen in de lucht door bronnen als wegverkeer, veehouderij en industrie. De stoffen zorgen voor een slechtere luchtkwaliteit. Door inademing komen ze in het lichaam terecht. Dit kan leiden tot verschillende gezondheidseffecten zoals hart- en vaatzieken en luchtwegaandoeningen. Ook kunnen mensen die in vervuilde lucht wonen vatbaarder zijn voor infecties van de luchtwegen.  

Onderzoeksresultaten: schonere lucht kan besmettingen en ernstige ziekte voorkomen 

We hebben onderzocht wat het effect is van fijnstof (PM10 fijnstof (fijnstof) en PM2,5 fijnstof (fijnstof)) en stikstofdioxide (NO2 Stikstofdioxide (Stikstofdioxide)) op het aantal coronabesmettingen en de ernst van de ziekte. Onderstaande resultaten richten zich op het effect van langdurige blootstelling. Dat betekent dat mensen in de 3 jaar voor de pandemie meer vervuilde lucht hebben ingeademd, doordat zij woonden op een plek met relatief meer luchtverontreiniging.  

  • Positieve coronatesten
    ussen 1 juni 2020 en 31 januari 2021 werden ruim 760.000 positieve coronatesten in Nederlandse teststraten geregistreerd. Bij een deel hiervan speelde luchtverontreiniging een rol. In regio's waar de luchtkwaliteit slechter was dan gemiddeld in Nederland, zouden in totaal tussen de 6.000 en 13.500 minder mensen positief hebben getest als de lucht zo schoon als gemiddeld was geweest.  
     
  • Ziekenhuisopnames
    Tussen 1 februari 2020 en 31 december 2020 werden in heel Nederland ruim 31.000 mensen door corona opgenomen in het ziekenhuis. In regio's waar de luchtkwaliteit slechter was dan gemiddeld in Nederland, hadden in totaal ongeveer 1100 opnames voorkomen kunnen worden als de lucht zo schoon als gemiddeld was geweest.  
     
  • Overlijdens
    Tussen 1 februari 2020 en 31 januari 2021 stierven in Nederland bijna 22.500 mensen met corona. In regio’s waar de luchtkwaliteit slechter was dan gemiddeld in Nederland, hadden in totaal 400 tot 800 sterfgevallen voorkomen kunnen worden als de lucht zo schoon als gemiddeld was geweest. 

We hebben ook onderzocht of de dagelijkse variatie in luchtkwaliteit een rol speelt. De luchtkwaliteit varieert namelijk sterk. Hierbij speelt vooral het weer een belangrijke rol, ook tijdelijk hogere of lagere uitstoot is van belang. Als de luchtkwaliteit tijdelijk slechter is, hebben mensen meer kans om corona te krijgen. Ook komen meer mensen in het ziekenhuis terecht of te overlijden.  

Specifieke relatie luchtkwaliteit en COVID-19 

Dat luchtvervuiling de kans op luchtwegaandoeningen en luchtweginfecties vergroot was al bekend. Uit dit onderzoek blijkt dat het effect van slechte luchtkwaliteit voor COVID-19 vergelijkbaar is: slechtere luchtkwaliteit kan tot luchtwegaandoeningen leiden, en in dit geval COVID-19.  

Bronnen van fijnstof 

Vooral in het begin van de coronapandemie leefden in verschillende regio’s vragen over de invloed van luchtvervuiling op het aantal mensen dat corona kreeg. Daarom onderzocht het RIVM de bijdragen van verschillende belangrijke bronnen van fijnstof in Nederland zoals veehouderij, wegverkeer en industrie. Per bron verschilt de samenstelling van fijnstof, en daarmee mogelijk de schadelijkheid. 

Uit het onderzoek blijkt dat fijnstof van veehouderij invloed heeft op zowel de kans op besmetting als de ernst van de ziekte. Fijnstof van wegverkeer lijkt meer invloed te hebben op de ernst van de ziekte en minder op de kans om met het virus besmet te raken. In deze studie is voor fijnstof van industrie geen specifieke invloed gevonden op de kans op corona of de ernst van de ziekte. 

Lees het nieuwsbericht of het volledige rapport