Het veld van nanovoeding is steeds in beweging en vernieuwend. Hierdoor wordt de aanwezigheid van nanomaterialen en mogelijke gezondheidsrisico’s niet altijd even goed herkend. Het RIVM heeft daarom een aanpak gemaakt om ontwikkelingen op dit gebied te screenen. Dit leidt tot een score voor mogelijke gezondheidsrisico’s. Die score helpt te bepalen welke ontwikkelingen meer aandacht nodig hebben. En uiteindelijk om tot veiliger gebruik van deze materialen in voeding te komen. Dit helpt om ontwikkelingen in vernieuwing beter op wet- en regelgeving van nu aan te laten sluiten.

Nanotechnologie maakt het mogelijk om bijvoorbeeld nano-ijzer aan voeding toe te voegen, om bloedarmoede beter tegen te gaan. Of nano-verpakkingsmethoden te ontwikkelen om producten nog langer houdbaar te maken. Maar het is soms lastig om het veilig gebruik van nanomaterialen voor voeding te beoordelen. Bijvoorbeeld als het ontbreekt aan wet- en regelgeving en hulpmiddelen.

De nieuwe methode geeft een score die helpt om mogelijke gezondheidsrisico’s in te schatten. Er wordt gekeken of de wet- en regelgeving van nu voldoende is. Kan het de veiligheid van dit gebruik beschermen? Dit helpt bepalen of er vervolgacties nodig zijn. Bijvoorbeeld om de regels aan te passen of strenger te controleren op de regels van nu. Ook kan er reden zijn voor verder onderzoek. De methode kan helpen om risico’s zo veel mogelijk te voorkomen. En dit al vroeg tijdens de ontwikkeling van een product.

Het RIVM heeft met de methode zes ontwikkelingen verder uitgewerkt:

  1. blootstelling aan nanoplastic deeltjes via voedsel en drinkwater,
  2. toevoeging van ijzer in nanovorm aan voedingsmiddelen,
  3. gebruik van nano-zilver tegen bacteriën,
  4. nano-verpakkingsmethoden voor voedsel,
  5. nano-hydroxyapatiet deeltjes in zuigelingenvoeding, en
  6. mogelijke gevolgen op de gezondheid door blootstelling aan meerdere soorten slecht oplosbare deeltjes op hetzelfde moment.

De methode houdt speciaal rekening met mogelijke risico’s voor de gezondheid van nanomaterialen in voeding. Dit helpt om de ontwikkelingen op het gebied van nanomaterialen in voeding beter te kunnen beoordelen. De eerste stap in de methode is het verzamelen van geschikte informatie. Daarna beoordelen experts mogelijke risico’s van bijzondere eigenschappen, en kennen een score toe. Zo kunnen beoordelaars ontwikkelingen van nanomaterialen in voeding stap voor stap bekijken en vergelijken. Het RIVM heeft de methode ontwikkeld in opdracht van de NVWA Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit).

Het rapport laat een eerste gebruik van de methode zien in zes ontwikkelingen. De adviezen voor vervolgacties voor deze zes ontwikkelingen zijn dus niet meer dan dat. Daarnaast geeft het RIVM adviezen voor mogelijk toekomstige ontwikkeling van de methode zelf.