In de afgelopen 3 jaar is in het Europese project NANoREG , onder coördinatie van het ministerie van Infrastructuur en Milieu, gewerkt aan methoden om de blootstelling en schadelijkheid van nanomaterialen vast te kunnen stellen. Het project had een budget van ruim 50 miljoen euro. 66 Partners uit 12 EU (Europese Unie)-lidstaten, Zuid-Korea en Brazilië hebben hieraan bijgedragen. Het EU-project ProSafe heeft vervolgens de resultaten van NANoREG samen met de beschikbare informatie van dit moment geëvalueerd. Er is gekeken naar de relevantie en betrouwbaarheid van de methoden om tot implementatie van nanomaterialen in de regelgeving te komen. Een groep van internationaal vooraanstaande experts heeft daarom een groot aantal methoden voor analyse, blootstelling, kinetiek en schadelijkheid, beoordeeld op hun geschiktheid voor nanomaterialen. De informatie is gebundeld in een zogenaamd Joint Document. Dit Joint Document is in samenwerking met OECD (Organisation for Economic Co-operation and Development) tijdens een expertconferentie in Parijs (29 november – 1 december 2016) bediscussieerd om internationaal draagvlak voor de getrokken conclusies te verkennen.
Op dit moment zijn in wetgevende kaders nog maar weinig nanospecifieke data aanwezig. De Prosafe/OECD (Organisation for Economic Co-operation and Development)-conferentie laat zien dat het aantal geschikte methoden en kennis over kwaliteitscriteria toeneemt, waardoor steeds meer betrouwbare data over nanomaterialen beschikbaar komt en kan komen. De beginjaren van het onderzoek naar nanomaterialen bestond uit ‘vallen en opstaan’. Echter, helaas kon voor lang niet alle methoden al worden geconcludeerd of ze op een betrouwbare manier voor nanomaterialen kunnen worden toegepast. Daarnaast is het een langdurend traject om nieuwe of aangepast methoden tot een internationale standaard om te zetten. Er liggen dus nog veel uitdagingen. De ProSafe/OECD-conferentie moet worden gezien als een eerste belangrijke stap waarin wetenschappelijk redelijke consensus over de fysisch-chemische eigenschappen die nodig zijn voor identificatie van nanomaterialen is bereikt. Welke informatie minimaal noodzakelijk is om een uitspraak te doen over een mogelijk milieu- of gezondheidsrisico van een nanomateriaal is vooralsnog niet duidelijk. Omdat het volledig testen van iedere nanovorm veel proefdieren, geld en tijd zou kosten is men is het erover eens dat het niet wenselijk is om iedere vorm te testen. Tegelijkertijd moet wel voldoende informatie over iedere vorm beschikbaar zijn om een uitspraak te kunnen doen over risico’s. Hoe dit in wettelijke kaders kan worden aangepakt, staat nog ter discussie. Pragmatische benaderingen en nadere invulling van zogenaamde ‘groeperen en read-across’ (1) benaderingen voor nanomaterialen zijn nodig.
Om op pragmatische en verantwoorde wijze met risico’s van nanomaterialen in wetgevende kaders om te gaan is meer dialoog tussen verschillende partijen nodig.
- Read-across is het gebruik van beschikbare informatie over een ‘bronmateriaal’ voor het vullen van een hiaat in de informatie voor een ‘doelmateriaal’. Hierbij dienen ‘bronmateriaal’ en ‘doelmateriaal’ voldoende op elkaar te lijken, niet alleen in uiterlijk, maar ook in gedrag.
Meer artikelen: Thema Wet- en regelgeving
- ECHA steunt classificatie kankerverwekkend voor sommige koolstofnanobuisjes
- Europese Commissie publiceert vernieuwde definitie “nanomateriaal”
- Verbod op titaniumdioxide in voedingsmiddelen treft ook andere producten
- Handhaving leidt mogelijk tot meer gegevens over nanovormen in REACH
- ECHA helpt bij gevaarsindeling van titaniumdioxide
- Registratie van grafeen in REACH – Kan grafeen nu altijd veilig gebruikt worden?
- NanoApp helpt bij REACH-registratie van nanovormen
- Uitdagingen in regelgeving medische toepassingen nanotechnologie
- Wat is een nanomateriaal? Meten is weten
- Bedrijven moeten meer gegevens leveren over nanomaterialen onder REACH
- Eerste stofevaluatie van een nanomateriaal toont meerwaarde van nieuwe REACH-Bijlagen
- Is regelgeving klaar voor veilige innovatie met nanotechnologie?
- Nieuwe complexe nanomaterialen geven uitdagingen aan risicobeoordeling
- Discussies en belangen bij de gevaarsindeling van titaniumdioxide
- Nieuwe e-learning tool biedt basisinformatie over nanomaterialen binnen REACH
- Op weg naar een effectieve governance en regulering van nanomaterialen
- Het meten van fysisch-chemische eigenschappen vormt de basis van de risicobeoordeling van nanomaterialen
- Aanpassing REACH-Bijlagen geeft duidelijkheid over nanomaterialen
- Reparatie OECD-testrichtlijnen voor nanomaterialen komt op stoom
- Nieuwe EFSA-leidraad voor de risicobeoordeling van nanomaterialen
- Meetmethode bepaalt identificatie van nanomaterialen
- Geschiktheid van methoden voor nanomaterialen: uitkomsten van de OECD/Prosafe-expertconferentie
- ECHA geeft positief advies over pyrogeen SAS als biocide
- Kritische analyse van het OECD-testprogramma
- Nieuwe software ontwikkeld als hulpmiddel voor inschatting risico's van nanomaterialen
- Specifiek karakteriseren van nanomaterialen onder REACH niet vereist
- Ontwikkelingen op het gebied van grenswaarden voor nanomaterialen: Is een update van de NRV nodig?
- Comité Risicobeoordeling adviseert EC: titaniumdioxide verdacht kankerverwekkend bij inademing
- Europese projecten leveren beleidsrelevante methoden, kennis en data
- Overzicht Informatie nodig voor tijdige en veilige beoordeling van nano-ingrediënten in cosmetica
- ECHA publiceert nieuwe aanpassingen REACH-Guidance voor nanomaterialen
- Uitspraak ECHA’s Kamer van Beroep in besluit stofevaluatie silica