Nederland en Frankrijk gaan dit jaar controleren of bedrijven gegevens over nanomaterialen aanleveren voor REACH Registration, Evaluation, Authorisation and restriction of Chemicals (Registration, Evaluation, Authorisation and restriction of Chemicals). Deze controles zijn bedoeld als test. Bedrijven leverden tot nu toe minder gegevens dan verwacht. Door te controleren onderzoeken de landen of dit kan leiden tot een betere aanmelding van nanovormen in REACH. Europese lidstaten gaan op basis van de lessen hieruit kijken of er mogelijk acties nodig zijn.

Weinig gegevens over nanovormen in REACH Registration, Evaluation, Authorisation and restriction of Chemicals (Registration, Evaluation, Authorisation and restriction of Chemicals)

Sinds 1 januari 2020 gelden er in het kader van REACH, regels voor het aanleveren van gegevens over nanomaterialen. Bedrijven in Europa moeten nanomaterialen aanmelden. Producenten of importeurs moeten expliciet melden wanneer ze bepaalde stoffen in nanovorm op de markt brengen. Het REACH-dossier moet voor de nanovormen van deze stoffen ook een aparte risicobeoordeling, CLP Classification, Labelling and Packaging (Classification, Labelling and Packaging)-gevaarsindeling en etikettering bevatten. Via het veiligheidsinformatieblad moeten ze dit alles in de toeleveringsketen bekend maken.

Bedrijven hebben tot nu toe nog maar van weinig stoffen met nanovormen gegevens geleverd. Het Europese agentschap voor chemische stoffen (ECHA) verwacht dat het om ongeveer 300 stoffen gaat. Op dit moment zijn er zo’n 150 daarvan aangemeld.

Bedrijven wezen al eerder op een aantal mogelijke redenen hiervoor; Richtsnoeren voor het aanmelden van nanovormen waren er (nog) niet. Het was voor bedrijven niet duidelijk welke gegevens nodig waren. Een ander struikelblok is het delen van gegevens over veilig gebruik. Een deel van de gevraagde karakterisering van nanomaterialen willen fabrikanten niet delen met andere bedrijven. Daarnaast zetten bedrijven vraagtekens bij het aantal van 300 stoffen.

Controles in Nederland

ECHA wil nu onderzoeken of handhaving kan helpen. De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) zal de controles uitvoeren in Nederland. ECHA European Chemicals Agency (European Chemicals Agency) heeft een lijst gestuurd met daarop Nederlandse bedrijven die in hun registratie mogelijk nanovormen moeten aanmelden. De ILT Inspectie Leefomgeving en Transport (Inspectie Leefomgeving en Transport) kiest uit deze lijst bedrijven die meerdere stoffen hebben die mogelijk in nanovorm voorkomen.

De ILT wil beter begrijpen hoe ECHA deze lijst heeft gemaakt. Maar ook hoe bedrijven besluiten om wel of niet nanovormen aan te melden. De ILT zal eerst beslissen welke bedrijven van de ECHA-lijst ze zal bezoeken. Bij die bedrijven zal de ILT antwoord zoeken op de tweede vraag. Ook zal ILT kijken of bedrijven zich houden aan de regels.

De controles in Nederland en Frankrijk zijn bedoeld als test. De resultaten van de controles worden gedeeld met het ECHA Forum. Dit is een Europees netwerk van handhavingsinstanties. Door informatie uit te wisselen zorgen zij voor een goede en op elkaar afgestemde handhaving. Op basis van de resultaten bekijkt het ECHA Forum of er acties mogelijk zijn om het aanmelden van nanomaterialen te verbeteren.

Wat vindt het RIVM?

De geplande inspecties zijn een goede oefening. Ze kunnen meer begrip geven over het gebruik van nanomaterialen in Nederland. Het maakt ook duidelijk hoe bedrijven de wettelijk verplichte informatie aanleveren. En hoe ze hun beoordelingen van de nanovormen in het dossier opschrijven. Tot slot zullen veiligheidsinformatiebladen duidelijk maken hoe bedrijven het in de keten bekend maken.

Frankrijk en Nederland kunnen geleerde lessen delen met andere lidstaten. Lidstaten lijken de inspecties op dit moment lastig te vinden. Dat komt bijvoorbeeld door de moeilijkheid van nanovormen. Voor inspecties is het niet altijd duidelijk welke gegevens een bedrijf moet leveren voor elke nanovorm.

ILT zocht contact met Bureau REACH voor hulp bij de controles. Bureau REACH speelt een centrale rol bij de Nederlandse uitvoering van de REACH-wetgeving. Bureau REACH is ondergebracht bij het RIVM. KIR-Nano helpt Bureau REACH met kennis over nanomaterialen. Nauw contact tussen de ILT en het RIVM is hier nuttig. Het RIVM kan helpen om uitleg te geven over de gegevens die REACH in de verschillende Bijlagen vraagt voor nanovormen. Dit helpt ILT in een gerichte aanpak van deze controles. Ook bieden deze controles de kans om meer duidelijkheid te krijgen over het aantal stoffen in REACH met nanovormen.