GUIDEnano en SUN zijn twee recent afgeronde EU (Europese Unie)-projecten. Beiden hadden als doelstelling software te ontwikkelen die kan helpen om de gezondheids- en milieurisico’s van nanomaterialen en producten vervaardigd met nanomaterialen te kwantificeren. Beide projecten maakten deel uit van het EU-Kp7-onderzoeksprogramma en vullen elkaar aan.
GUIDEnano ontwikkelde een hulpmiddel waarmee (volgens laatste inzichten vanuit de wetenschap) voor een specifiek nanomateriaal of product waarin een nanomateriaal is verwerkt, de beste risicobeoordelingsprocedure en risicomanagement strategie voor mens en milieu kan worden uitgevoerd. Er wordt bijvoorbeeld rekening gehouden met de veranderingen die materialen mogelijk ondergaan gedurende hun levenscyclus (productie, gebruik en afvalverwerking). Bovendien zijn beslisregels ontwikkeld voor groeperen en ‘read-across’[1], waarmee informatie over één type nanomateriaal (NM) gebruikt kan gaan worden voor een ander type NM met net iets andere karakteristieken, zoals een verschil in afmeting of vorm. De onzekerheden in de aannames voor de risicobeoordeling worden inzichtelijk gemaakt en in geval van een risico worden aanbevelingen voor risicobeheersing gegeven, zoals het verlagen van blootstelling, het verkleinen van onzekerheden door het uitvoeren van betere studies of het aanpassen van het materiaal (Safe-by-Design).
Ook de SUN-software maakt een risico-inschatting gedurende de gehele levenscyclus van een product, van productie tot afvalverwerking. Daarnaast maakt de software inzichtelijk welke opties er zijn om de schadelijkheid van producten met NMs (nanomaterials) te verminderen met een bijbehorend kostenplaatje, een zogenaamde kosten-batenanalyse. SUN gaat hierbij uit van een vergelijking met een ander product. Een fabrikant maakt bijvoorbeeld nu een product zonder NM erin verwerkt en wil weten of het een voordeel oplevert op sociaaleconomisch gebied om een NM toe te passen en neemt daarbij mogelijke gezondheids- en milieurisico’s mee in de overwegingen.
Op 14 maart 2017 zijn beide softwaresystemen gedemonstreerd waarbij beoogde gebruikers werkzaam bij industrie, inspectie en beleid aanwezig waren. De voor- en nadelen van beide softwarepakketten kwamen aan bod. Twee aandachtspunten die uit de demonstratie naar voren kwamen zijn hoe zorg je dat GUIDEnano en SUN geaccepteerd gaan worden door regelgevers als hulpmiddel bij het beoordelen van een risico en hoe borg je de beschikbaarheid van de software in de toekomst. Het antwoord op beide vragen is bediscussieerd, maar nog niet gegeven.
RIVM/KIR (kennis- en informatiepunt risico’s van nanotechnologie)-overweging:
Beide hulpmiddelen zijn nog niet optimaal om door industrie en/of beleid voor risicobeoordeling van (producten met) nanomaterialen gebruikt te worden. De gebruikersvriendelijkheid van GUIDEnano kan nog verbeterd worden en nog niet alle kennis die tijdens het project is opgedaan, is al in de software geïntegreerd. Voor SUN geldt dat nog niet alle onderdelen even goed zijn uitgewerkt en al kunnen worden toegepast. Voor beide hulpmiddelen geldt dat een bredere validatie nodig is.
Op dit moment is SUN als bètaversie beschikbaar waarvoor toegang kan worden aangevraagd. Ook GUIDEnano komt na de nodige verbeteringen in gebruikersvriendelijkheid waarschijnlijk binnenkort beschikbaar.
Hulpmiddelen die voor het grootste gedeelte met publiek geld zijn ontwikkeld, moeten voor iedereen toegankelijk worden gemaakt. Voor het beheer, ondersteuning en eventuele aanpassingen is door de EU (Europese Unie) echter geen budget verstrekt. Dit aspect bemoeilijkt de blijvende beschikbaarheid en duurzame inzet van de hulpmiddelen. Er is (nog) geen eigenaar die na afronding van de projecten voor een update van de systemen gaat zorgen. De hoop is vooralsnog gericht op het EU project caLIBRAte waar een overkoepelend systeem wordt ontwikkeld. Het RIVM participeert in dit project en zal dit idee zeker steunen. Begin 2018 wordt vanuit dit project een evaluatie gedaan van meerdere beschikbare hulpmiddelen. Industriële partners hebben al aangegeven dat een officiële erkenning van de hulpmiddelen het gebruik ervan zal stimuleren. Wat betreft borging van de databases die ten grondslag liggen aan deze hulpmiddelen: hiervoor wordt in september 2017 een nieuwe call vanuit de EU verwacht die aandacht gaat geven aan beschikbaarheid en behoud van gegevens.
[1] Read-across is het gebruik van beschikbare informatie over een ‘bronmateriaal’ voor het vullen van een hiaat in de informatie voor een ‘doelmateriaal’. Hierbij dienen ‘bronmateriaal’ en ‘doelmateriaal’ voldoende op elkaar te lijken, niet alleen in uiterlijk, maar ook in gedrag.
Meer artikelen: Thema Wet- en regelgeving
- ECHA steunt classificatie kankerverwekkend voor sommige koolstofnanobuisjes
- Europese Commissie publiceert vernieuwde definitie “nanomateriaal”
- Verbod op titaniumdioxide in voedingsmiddelen treft ook andere producten
- Handhaving leidt mogelijk tot meer gegevens over nanovormen in REACH
- ECHA helpt bij gevaarsindeling van titaniumdioxide
- Registratie van grafeen in REACH – Kan grafeen nu altijd veilig gebruikt worden?
- NanoApp helpt bij REACH-registratie van nanovormen
- Uitdagingen in regelgeving medische toepassingen nanotechnologie
- Wat is een nanomateriaal? Meten is weten
- Bedrijven moeten meer gegevens leveren over nanomaterialen onder REACH
- Eerste stofevaluatie van een nanomateriaal toont meerwaarde van nieuwe REACH-Bijlagen
- Is regelgeving klaar voor veilige innovatie met nanotechnologie?
- Nieuwe complexe nanomaterialen geven uitdagingen aan risicobeoordeling
- Discussies en belangen bij de gevaarsindeling van titaniumdioxide
- Nieuwe e-learning tool biedt basisinformatie over nanomaterialen binnen REACH
- Op weg naar een effectieve governance en regulering van nanomaterialen
- Het meten van fysisch-chemische eigenschappen vormt de basis van de risicobeoordeling van nanomaterialen
- Aanpassing REACH-Bijlagen geeft duidelijkheid over nanomaterialen
- Reparatie OECD-testrichtlijnen voor nanomaterialen komt op stoom
- Nieuwe EFSA-leidraad voor de risicobeoordeling van nanomaterialen
- Meetmethode bepaalt identificatie van nanomaterialen
- Geschiktheid van methoden voor nanomaterialen: uitkomsten van de OECD/Prosafe-expertconferentie
- ECHA geeft positief advies over pyrogeen SAS als biocide
- Kritische analyse van het OECD-testprogramma
- Nieuwe software ontwikkeld als hulpmiddel voor inschatting risico's van nanomaterialen
- Specifiek karakteriseren van nanomaterialen onder REACH niet vereist
- Ontwikkelingen op het gebied van grenswaarden voor nanomaterialen: Is een update van de NRV nodig?
- Comité Risicobeoordeling adviseert EC: titaniumdioxide verdacht kankerverwekkend bij inademing
- Europese projecten leveren beleidsrelevante methoden, kennis en data
- Overzicht Informatie nodig voor tijdige en veilige beoordeling van nano-ingrediënten in cosmetica
- ECHA publiceert nieuwe aanpassingen REACH-Guidance voor nanomaterialen
- Uitspraak ECHA’s Kamer van Beroep in besluit stofevaluatie silica
Meer artikelen: Thema Onderzoek
- Beslisboom om nanovezels te groeperen
- Nieuw netwerk stimuleert hergebruik van data over nanomaterialen
- Volgende fase in onderbouwing en toepassing van groeperen van nanomaterialenrbouwing en toepassing van groeperen van nanomaterialen
- Instrumenten voor risicobeoordeling en veilige innovatie van nanomaterialen verzameld
- Een nieuwe benadering voor veilige innovaties van nanomaterialen: Safe Innovation Approach
- Europese samenwerking voor verbetering risk governance van nanomaterialen
- Kritische analyse van het OECD-testprogramma
- Nieuwe software ontwikkeld als hulpmiddel voor inschatting risico's van nanomaterialen
- Europese projecten leveren beleidsrelevante methoden, kennis en data