Het Rekenvoorschrift Omgevingsveiligheid maakt deel uit van het Handboek Omgevingsveiligheid. Het Rekenvoorschrift Omgevingsveiligheid bestaat uit verschillende delen (modules) die aansluiten bij de specifieke eigenschappen van de activiteiten. Naast de modules is er ook een toelichting met wetenschappelijke onderbouwing, achtergrondinformatie over de softwarepakketten en aanvullende informatie. De verschillende modules van het Rekenvoorschrift Omgevingsveiligheid staan op de pagina Rekenmethoden.

Berekenen plaatsgebonden risico en aandachtsgebieden

Om de afstanden voor het plaatsgebonden risico en de aandachtsgebieden te berekenen, wordt het Rekenvoorschrift Omgevingsveiligheid gebruikt. Dit is benoemd in Bijlage VII en in paragraaf 5.1.2.5 van het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl Besluit kwaliteit leefomgeving (Besluit kwaliteit leefomgeving )). De stappenplannen voor de bepaling van het plaatsgebonden risico en de aandachtsgebieden voor brand, explosie en gifwolk beschrijven hoe het Rekenvoorschrift moet worden toegepast. Deze stappenplannen zijn in de Omgevingsregeling aangewezen. 

Modules I, II, IV en V uit het Rekenvoorschrift Omgevingsveiligheid zijn aangewezen in de Omgevingsregeling. Deze is per 1 januari 2024 in werking getreden samen met de Omgevingswet. 

Het RIVM werkt aan een aangepaste versie van het Rekenvoorschrift voor transport (Module III) en buisleidingen (Module V) voor het uitvoeren van risicoberekeningen met Safeti-NL. DNV ontwikkelt hiervoor Safeti-NL versie 9.2. Meer informatie hierover is te vinden op de pagina Rekenpakketten onder het kopje 'Safeti-NL versie 9.2'.

Het plaatsgebonden risico is de kans per jaar dat één persoon overlijdt door een ongeval met gevaarlijke stoffen. Deze persoon bevindt zich onafgebroken en onbeschermd op één bepaalde plaats. De grens- en standaardwaarden voor het plaatsgebonden risico zijn opgenomen in het Besluit kwaliteit leefomgeving. Deze waarden worden ruimtelijk vertaald in afstanden die tot gebouwen en locaties in acht genomen moeten worden of waarmee rekening gehouden moet worden.

Het bevoegde gezag moet rekening houden met de mogelijke gevolgen van gevaren van activiteiten met gevaarlijke stoffen en bepalen of aanvullende bescherming nodig is voor het waarborgen van een voldoende veilige en gezonde leefomgeving. Aandachtsgebieden zijn gebieden waar mensen binnenshuis, zonder aanvullende maatregelen onvoldoende beschermd kunnen zijn tegen de gevolgen van een ongeval met gevaarlijke stoffen. Het type aandachtsgebied maakt direct zichtbaar door welke gevaren (brand, explosie of gifwolk) de omgeving kan worden getroffen. Hierdoor vormt het aandachtsgebied een instrument voor bedrijf, bestuurder en burger om het gesprek over veiligheid en bescherming door maatregelen te starten. 
Hoe invulling gegeven wordt aan de bescherming binnen aandachtsgebieden, is een bestuurlijke keuze. Het bevoegde gezag maakt en motiveert in de omgevingsvisie en het omgevingsplan een keuze over wat voldoende veilig is en hoe gezondheid en milieu worden beschermd. Ook beoordeelt het bevoegd gezag of, en zo ja welke maatregelen nodig zijn om mensen in aandachtsgebieden voldoende te beschermen. Bij deze keuzes spelen verschillende elementen mee. Meer informatie hierover is te vinden in het onderdeel Bescherming