Voor het uitvoeren van risicoberekeningen voor omgevingsveiligheid zijn stofgegevens nodig, zoals informatie over de giftige en ontvlambare eigenschappen. Voor een groot aantal stoffen zijn deze gegevens opgenomen in Safeti-NL. Als de stofbestanden ontbreken kun je die opvragen bij de helpdesk. De aanvrager moet zelf de ontbrekende stofinformatie aanleveren.

Welke stofbestanden zijn opgenomen in Safeti-NL?

Er zijn een aantal stoffen opgenomen in Safeti-NL. De stoffen met de aanduiding TG bevatten de door de Toetsgroep Probitrelaties (TG) inhoudelijk vastgestelde probitrelaties. In Safeti-NL zijn ook de voorgeschreven probitrelaties opgenomen, zonder aanduiding TG.

Overige stoffen waarvan wel een (nieuwe) inhoudelijk vastgestelde probitrelatie beschikbaar is, maar die nog niet in Safeti-NL 9.2 zijn opgenomen, zijn opvraagbaar via de helpdesk.

Bij risicoberekeningen die ten behoeve van transport van gevaarlijke stoffen worden uitgevoerd, wordt gebruik gemaakt van stofcategorieën met bijbehorende voorbeeldstoffen. Voor elke vervoerde stof kan de juiste stofcategorie-indeling worden opgezocht in het zoeksysteem risico's van stoffen. Een totaaloverzicht met de stofcategorie-indelingen voor alle stoffen wordt op verzoek verstrekt. U kunt hiervoor een verzoek sturen aan de helpdesk. 

Wat als er een stofbestand ontbreekt?

Wanneer een berekening moet worden uitgevoerd voor een stof die niet is opgenomen in Safeti-NL, kan de gebruiker een stofbestand aanvragen bij de helpdesk. Hierbij moet de aanvrager zelf de ontbrekende stofinformatie aanleveren. Geef in de aanvraag het volgende aan:

• Voor welke versie van Safeti-NL is er een stofbestand nodig?
• Is de stof ingedeeld als ontvlambaar, giftig of allebei? In het document selectiemethodiek toxische en ontvlambare stoffen staat beschreven hoe bepaald kan worden of een stof giftig en/of brandbaar is.
• Of interactie met water meegenomen moet worden. Interactie met water is (alleen) relevant als de stof uitstroomt of uitregent op water. Indien u de interactie met water mee wilt nemen zullen wij om aanvullende gegevens vragen.
• Als de stof (deels) giftig is:
  • standaard zullen wij, indien beschikbaar, de interventiewaarden voor 30 minuten blootstelling invullen. Vermeld het indien u andere waarden ingevuld wilt hebben.
  • standaard zullen wij, indien beschikbaar, de LBW levensbedreigende waarde (levensbedreigende waarde) N-waarde invullen die gebruikt is voor het afleiden van de LBW-waarden. De LBW-N waarden van stoffen staan genoemd in de Handleiding & Stofdocumenten Interventiewaarden. Vermeld het indien u andere waarden ingevuld wilt hebben.
  • Welke probitwaarden ingevuld moeten worden als de stof (deels) giftig is.

Wat is een probitrelatie?

Een probitrelatie geeft het verband weer tussen de concentratie van een stof in de lucht, de blootstellingsduur en het effect op (in dit geval) de mens. Op deze manier kan met een probitrelatie voor een giftige stof voor iedere willekeurige combinatie van concentratie en blootstellingsduur het percentage mensen worden geschat dat in de omgeving van een incident waarbij de stof vrij zou komen, komt te overlijden door blootstelling aan de stof.

Probitrelaties zijn gebaseerd op toxicologische gegevens van stoffen afkomstig uit dierproeven uit bestaande literatuur. Deze gegevens worden omgerekend naar blootstellingsresponsrelaties voor de mens. De relevante data van een stof en de afleiding van een probitrelatie daaruit worden in een stofbestand samengevat. Wanneer een stof giftig is, moet er een probitrelatie worden afgeleid.

Het RIVM adviseert om altijd gebruik te maken van deze meest actuele inzichten. Op de pagina probitrelaties kun je meer informatie vinden over de toetsgroep probitrelaties en over de consequentieonderzoeken naar de impact van veranderingen in uitkomsten van risicoberekeningen.

Wat moet je doen als een probitrelatie en/of interventie waarde en/of LBW N-waarde van een giftige stof ontbreekt?

Neem dan contact op met de helpdesk voor een maatwerkoplossing.