Jongeren gaven in de vragenlijst aan welke gebeurtenissen ze meemaakten in coronatijd en of ze daar nog last van hebben. Meer jongeren geven aan dat ze nog last hebben van coronagerelateerde gebeurtenissen die ze meemaakten. Ook geeft een kwart van de jongeren aan nog wel eens over de coronatijd of de gevolgen ervan te praten. Op deze pagina bespreken we de resultaten van het dertiende kwartaalonderzoek uit september 2024. Dit is onderdeel van het Gezondheidsonderzoek covid-19.

Jongeren hebben meer last van gebeurtenissen uit de coronatijd

Het dagelijks leven veranderde sterk tijdens de periodes met coronamaatregelen. Veel mensen raakten besmet met het coronavirus en sommigen kwamen in het ziekenhuis, verloren dierbaren, kregen te maken met dreiging of maakten andere heftige gebeurtenissen mee. In totaal had 22% van de jongeren in september 2024 nog last van deze corona-gerelateerde gebeurtenissen. Dit is ruim 2% meer dan drie maanden eerder, maar ongeveer evenveel als zes en negen maanden geleden. De impact van de coronaperiode blijft dus voelbaar en jongeren lijken hier in het najaar en in de winter meer last van te ervaren.

Jongeren houden het vaakst last na een eigen coronabesmetting: 69% van alle jongeren maakte een besmetting door en 10% van hen heeft daar nog last van. Jongeren geven ook iets vaker aan bang te zijn geweest dat zij zelf of dat een van hun naasten corona krijgt (29%) dan in de vorige ronde (27%) (zie grafiek). Van hen heeft 11% hier nog steeds last van.

De grafiek hieronder laat per ronde zien hoeveel procent van de jongeren een bepaalde gebeurtenis meemaakte. De grafiek in het rechtertabblad laat per gebeurtenis zien hoeveel procent van hen die een gebeurtenis meemaakten daar nog last van had.

Jongeren die aangaven nog last te hebben van een heftige gebeurtenis die te maken had met de coronapandemie, kregen extra vragen om vast te stellen of ze mogelijk een risico hebben op het ontwikkelen van een posttraumatische stressstoornis (PTSS). Bij 3% van de jongeren was dit het geval. In maart en juni 2022 was dit percentage 6%, en sindsdien schommelt het rond de 3%, waarbij de metingen van september en december 2023 wat hoger lagen. Hoewel het in het afgeronde cijfer niet te zien is, was er ook deze ronde een lichte stijging te zien van 2,6% in juni naar 3,3% in september. Het zou kunnen dat dit een seizoenseffect is, waarbij de aankomende herfst en winter weer herinneringen aan de pandemie en lockdownperiodes activeert.

Gesprekken over de coronatijd

Het wordt steeds lastiger om te benoemen welke impact de coronatijd nog heeft op het dagelijks leven. Toch is de coronapandemie en de impact ervan regelmatig onderwerp van gesprek. Daarom kregen jongeren de vraag of ze hier nog over praten en wat ze dan bespreken. De antwoorden laten zien dat gesprekken over de coronatijd vaak luchtig zijn. Tegelijkertijd speelt de coronapandemie soms een rol speelt in hoe jongeren over zichzelf en de wereld nadenken. 

Bijna een kwart van de jongeren praat nog wel eens met iemand over de coronapandemie of de gevolgen daarvan. De 1.354 jongeren waar dat voor geldt, konden invullen waar ze dan over praten. Meestal halen ze herinneringen op aan hoe het toen was. Ook bespreken ze hoe ze zich toen voelden, welke ervaringen ze hebben gemist, welke impact ze nog ervaren, het coronavirus en de gevolgen ervan, hoe anders het nu is en de kans op of aanpak bij een volgende pandemie. In een vervolgvraag vroegen we jongeren wat de toon is van zulke gesprekken, van negatief tot positief. De grafiek hieronder laat per gespreksonderwerp zien hoeveel jongeren aangeven daarover te praten en wat volgens hen de toon is van die gesprekken.

Hieronder worden de gespreksonderwerpen besproken in chronologische volgorde van verleden, heden en toekomst, waarbij de onderwerpen die sterker samenhangen bij elkaar staan. Dus in het verleden komt eerst ‘hoe het was’, dan ‘hoe ze zich voelden’ en vervolgens ‘gemiste ervaringen’, omdat de gemiste ervaringen gaan over het toen maar het gemis in het nu nog ervaren wordt. Bij heden gaat het eerst over ‘ervaren impact’, omdat dit terugblikt op het toen en nu tegelijk, dan over ‘hoe het nu is’ en vervolgens gesprekken over corona, omdat gesprekken daarover vaak de brug zijn naar de vraag of er in de toekomst nog een pandemie zal komen en hoe die aangepakt zou moeten worden. De kopjes staan dus niet op volgorde van vaakst naar minst besproken, maar binnen elk kopje staan de vaakst genoemde deelonderwerpen wel vóór de minder genoemde deelonderwerpen. 

Gesprekken over hoe het was

Veruit het vaakst halen jongeren samen herinneringen op aan hoe het leven was tijdens de pandemie.  Ze hebben het dan over de maatregelen en beperkingen, vooral de lockdown en avondklok. Ze benoemen vaak ook hoe gek, vervelend, nutteloos, saai, angstig of zelfs uitzichtloos ze die periode vonden. Gek en vervelend worden het vaakst genoemd. Jongeren vinden het bijna onwerkelijk hoe anders het leven toen was, hoe bizar en raar, maar ook hoe beklemmend en stom het was om geen leuke dingen meer te mogen doen en geen vrienden te kunnen zien. Sommigen benoemen ook wat er fijn aan was, bijvoorbeeld dat ze het rustiger vonden en meer vrije tijd hadden. Ze wisselen dan ook verhalen uit van hun ervaringen en hoe ze ermee omgingen. Ook denken ze terug aan mensen die ziek waren door corona of aan dierbaren die ze hebben verloren tijdens de coronapandemie. Anderen herinneren zich de verdeeldheid, bijvoorbeeld over vaccinaties, of wat sommigen de repressie of coronacensuur noemen. De meesten praten over online onderwijs en dan vooral hoe lastig ze dat vonden, terwijl een paar mensen er ook voordeel van hadden. Ook studeren in coronatijd was niet altijd leuk en een paar mensen praten op hun werk over hoe de coronaperiode was voor hen en hun collega’s. Een paar jongeren vergelijken in hun gesprekken de eerste lockdown, die ze best fijn en gezellig vonden en waarin mensen nog behulpzaam waren, met de pandemie later, toen er meer meningsverschillen kwamen en de isolatie en beperkingen mentaal zwaarder werden voor ze.

Gesprekken over hoe ze zich voelden

Hoe ze zich voelden staat voor een deel van de jongeren centraal in hun gesprekken over hoe het was tijdens de coronaperiode. Ze vertellen dan hoe eenzaam het voor hen was en dat het thuiszitten zwaar viel. Anderen noemen ook dat ze zich somber of depressief voelden.

Gesprekken over gemiste ervaringen

Regelmatig vertellen jongeren over de ervaringen die ze hebben gemist, bijvoorbeeld in gesprekken met klas- of studiegenoten of juist met oudere of jongere mensen die bepaalde ervaringen wel hebben gehad. Specifiek noemen ze vaak ervaringen aan het eind van de basisschool, begin en eind van de middelbare school, en de start van de studententijd. Ze konden ook niet uitgaan en er waren buitenlandstages, vakanties, festivals en allerlei andere leuke momenten en activiteiten die niet doorgingen. Sommigen hebben hierdoor het gevoel dat ze jaren van hun leven hebben gemist of dat de tijd heeft stilgestaan. Een paar jongeren voelen dat er te weinig erkenning of empathie is voor wat hun is ontnomen.

Gesprekken over ervaren impact

De impact van de pandemie komt ook regelmatig ter sprake. Het vaakst gaat het over studie of schoolprestaties die negatief en soms positief beïnvloed zijn door de periodes van thuisonderwijs en andere beperkingen. Verder bespreken jongeren de impact op hun mentale gezondheid, zoals wanneer ze een depressie of angststoornis ontwikkelden tijdens de coronaperiode waar ze nog mee kampen. Een enkeling heeft moeite met drukke plekken of ervaart stress door de drukte van nu. Verder benoemen jongeren in gesprekken regelmatig de invloed die de maatregelen hadden op hun sociale contacten en sociale ontwikkeling. Ook de persoonlijke ontwikkeling heeft voor sommigen stilgelegen (wat ze vaak ook noemen samen met gemiste ervaringen) en een paar merken achterstand in hun professionele ontwikkeling. Verder gaan gesprekken soms over welke impact de coronatijd heeft gehad op hun persoonlijke verhaal, zoals relaties die aan of uit gingen, gezinsverhoudingen die onder druk kwamen te staan, studiekeuze die anders was dan gewenst, een ziek familielid  hebben (bijvoorbeeld met post-covid of door uitgestelde zorg) of nog worstelen met een verslaving die ze kregen tijdens de pandemie. Sommigen merken ook financiële impact.

Een paar jongeren hebben het in gesprekken met anderen over dat ze er goed vanaf zijn gekomen. Bijvoorbeeld over dat ze de coronaperiode goed zijn doorgekomen, de studievertraging hebben ingehaald of ondanks een slechte start in hun studententijd nu een breed sociaal netwerk hebben opgebouwd. Een paar benoemen zelfs positieve gevolgen van toen, zoals de rust die het gaf om aan zichzelf te werken, nieuwe hobby's te ontdekken of een betere band op te bouwen met hun gezin. 

Gesprekken over hoe het nu is

Soms gaan gesprekken meer over hoe het nu is. Jongeren bespreken dan hoe fijn het is dat er nu geen maatregelen meer zijn, en hoeveel beter dat is. Ook lijkt de coronatijd lang geleden, of lijkt het alsof het niet is gebeurd, onwerkelijk. Een paar zeggen zelfs dat ze hun herinneringen hebben weggestopt, dat ze het zich slecht kunnen herinneren of vergeten zijn hoe het was, terwijl anderen er bewust niet of minder over praten. Ook gaan gesprekken over dat de maatschappij blijvend veranderd is, bijvoorbeeld feestjes, ongeschreven sociale regels en hoe mensen zich gedragen en meer op zichzelf zijn, hoe werk en onderwijs eruitzien en hoe de wereld ‘werkt’. Sommigen vragen zich dan ook hardop af hoe de wereld eruit zou zien als de pandemie niet was gebeurd. Een enkeling benoemt dat er nu weer meer begrip is voor hun eigen afwijkende mening, en is daar blij om. Ook zeggen jongeren weleens dat alles nu duurder is door corona. 

Gesprekken over het coronavirus

Ook het coronavirus is nog onderwerp van gesprek. De meeste gesprekken gaan over fysieke gevolgen die jongeren zelf nog merken van corona, of over dat zij of kennissen van hen post-covid hebben. Ook vergelijken jongeren graag met elkaar welke symptomen ze hadden toen ze ziek waren van corona. Sommigen overwegen hardop of ze een boostervaccinatie nemen of ze twijfelen juist aan hun eigen keuze om wel of niet te vaccineren. Daarnaast zijn sommigen bang voor virussen of beseffen nu waarom maatregelen nodig waren. Een paar jongeren voelen zich nog schuldig om anderen te besmetten, terwijl anderen juist praten over hoe normaal het nu is om corona te hebben en hoe gek het is dat er nog mensen zijn die zich testen. Heel soms bespreken ze de oorsprong van het coronavirus. 

Gesprekken over een volgende pandemie

Of er in de toekomst weer een pandemie komt en wat dan de aanpak moet zijn wordt door sommigen ook nog wel besproken. Het gaat dan over wat er misging bij de aanpak van de coronapandemie en over wat er beter kan of moet, maar jongeren vragen zich ook af of ‘we’, ‘de zorg’ of ‘de overheid’ wel hebben geleerd van deze pandemie. Daarnaast vragen sommigen zich nog wel eens hardop af of er nog een pandemie komt, anderen hopen dat er nooit meer zoiets zal gebeuren of zijn bang dat het weer gebeurt. 

Geen antwoord

Van de mensen die wel aangaven over de coronapandemie of de gevolgen ervan te praten, antwoorden sommigen op de vraag of ze hier een voorbeeld van willen geven ‘nee’, ‘ik kan geen voorbeeld bedenken’ of ‘privé’. 

Vaak gemengd positieve en negatieve toon ondanks vervelende ervaringen

Overkoepelend valt op dat slechts één op de vier jongeren nog wel eens over de coronatijd praat en dat het dan vaak luchtig ter sprake komt. In veel gesprekken is de coronatijd een gekke tijd, waarin het leven er onvoorstelbaar anders uit zag. Soms vonden jongeren het wel gezellig en rustig, maar ze zijn blij dat die moeilijke en vervelende tijd voorbij is. Dit luchtige terugblikken lijkt een teken van dat jongeren terugveren van de uitdagingen van toen. Toch lijkt het ook alsof veel jongeren niet te veel meer willen stilstaan bij hun negatieve ervaringen, bewust of onbewust. Dit zie je terug in dit soort opmerkingen: We praten over hoe naar die periode was en hoe ik daardoor een groot deel van m'n 20er jaren heb verpest eraan. Maar aan de andere kant praat ik er de laatste tijd niet heel veel meer over en probeer ik het achter me te laten. Maar ik merk dat ik daardoor nog steeds tegen dingen aanloop, en Ik had het laatst met een vriendin erover dat ik eigenlijk veel herinneringen van de pandemie en hoe het leven toen was, onbewust heb weggestopt. Zij had dat ook.

Jongeren bij wie de coronaperiode vervlochten is geraakt met hun persoonlijke verhaal hebben vaker serieuze gesprekken over de gevolgen van die tijd dan jongeren bij wie de coronaperiode weinig meer te maken heeft met hoe ze denken over zichzelf. Voorbeelden zijn jongeren die een andere studie kozen dan ze van plan waren, een sterk gemis ervaren door de ervaringen die ze hebben gemist zoals een buitenlandstage, tussenjaar of leuke studententijd. Of jongeren die door de coronaperiode (heftigere) mentale problemen kregen, bij wie een relatie uit ging of anders liep (bijvoorbeeld een bruiloft die niet doorging), of als zijzelf of een familielid post-covid kreeg. Ook als ze een heftige gebeurtenis meemaakten bespreken ze dat soms met hulpverleners of vertrouwenspersonen, zoals de jongen van twaalf die acht of negen jaar moet zijn geweest toen hij het volgende meemaakte: Mijn moeder is erg ziek geweest door corona en toen moest ik de eerste 7 dagen voor mijzelf zorgen totdat de ambulancedienst kwamen om haar te helpen. Mijn opa heeft 6 weken in coma gelegen door corona. Ik hou heel veel van ze en ben bang om ze te verliezen als ze nu ziek worden door griep dan denk ik terug aan toen. Dan ga ik ook even naar de moeder van mijn beste vriend om te praten en te eten.

Deze uitkomsten passen bij de bevindingen uit eerder interviewonderzoek onder jongvolwassenen waarin werd gepraat over de persoonlijke gevolgen van de coronapandemie. Daarin gaven meerdere deelnemers aan dat ze tijdens de groepsinterviews voor het eerst echt hadden gepraat over hun ervaringen tijdens en na de pandemie én dat ze toen pas doorkregen dat ze daarin niet alleen waren. Het hele onderzoeksrapport hierover kan worden gedownload op de website van Stichting Alexander, die het onderzoek uitvoerde in opdracht van GGD GHOR Nederland Gemeentelijke / Gemeenschappelijke GezondheidsDienst – Geneeskundige HulpverleningsOrganisatie in de Regio (Gemeentelijke / Gemeenschappelijke GezondheidsDienst – Geneeskundige HulpverleningsOrganisatie in de Regio)Jongeren hebben ondersteuning nodig na coronatijd.