Volwassenen die in de zorgsector werken, merken nog dagelijks de impact van de coronatijd. In deze meting schreven zij over hun ervaringen. Daarnaast vulden alle volwassenen in welke gebeurtenissen ze meemaakten in coronatijd en of ze daar nog last van hebben. Op deze pagina staan de resultaten van het 10e kwartaalonderzoek (december 2023). Dit was de 7e keer dat we een peiling deden onder volwassenen van 26 en ouder. Deze kwartaalmeting is onderdeel van het Gezondheidsonderzoek COVID-19.

Voor zorgmedewerkers speelt corona nog volop

De zorg komt regelmatig naar voren als een sector die nog veel te maken heeft met de gevolgen van corona. Van de vragenlijstdeelnemers werkt 11% (795 volwassenen) in de zorg. Zij kregen de vraag of ze in hun werk nog gevolgen merken van de coronapandemie (het virus of de maatregelen). Binnen deze 11% zegt 69% dat corona invloed heeft op hun werk, 31% merkt er weinig meer van. 

Invloed op patiënten 

Zorgmedewerkers merken de invloed van corona bij hun patiënten en in hoe ze zelf werken. In december 2023 werden er nog steeds coronapatiënten in ziekenhuizen opgenomen. Ook medewerkers van longafdelingen zagen bij veel van hun patiënten nog volop de gevolgen van corona. Daarnaast zien zorgmedewerkers de mentale klachten en eenzaamheid bij hun patiënten of cliënten als een gevolg van de pandemie. Ook zien medewerkers van verschillende soorten zorginstellingen dat mensen veel voorzichtiger zijn of zelfs erg bang zijn voor besmetting met corona. Soms speelt daarin de angst mee voor de sociale gevolgen van een besmetting, bijvoorbeeld in isolatie moeten of geen bezoek mogen ontvangen. Handen schudden gebeurt ook minder, patiënten willen dat soms niet of het mag niet vanuit de zorginstelling. Een aantal zorgmedewerkers ervaart dit als een gemis. Anderen zijn blij dat mensen zich veel bewuster zijn van besmettingsgevaar, bijvoorbeeld omdat ze met kwetsbare patiënten werken. Uit voorzorg zeggen patiënten afspraken sneller af bij een verkoudheid, iets wat sommige zorgmedewerkers waarderen en anderen vervelend vinden. Een paar zorgmedewerkers vertellen dat patiënten minder respect voor hen hebben of de gezondheidszorg minder vertrouwen dan voor de pandemie.  

Invloed op manier van werken 

Ook op de manier van werken in de zorg heeft de coronapandemie dus nog invloed en daarmee op het contact tussen patiënten en zorgmedewerkers. Het meest genoemd zijn de beschermingsmaatregelen zoals mondmaskers, geen handen schudden, thuiswerken bij verkoudheid en soms het in pak verplegen van patiënten die bij een coronabesmetting in isolatie zijn. Daarnaast geven zorgmedewerkers aan dat de werkdruk, onder andere door nieuwe coronapatiënten, inhaalzorg en het (langdurige) ziek zijn van collega’s van invloed is op de manier van werken. 

“Mensen zijn alerter of juist onverschillig.” 

“Spanning bij cliënten, verschillende meningen van verwanten, merk bij mezelf dat ik nog steeds last heb van klachten.”  

“Minder behandelingen in groepen. Patiënten met restverschijnselen.” 

“Mensen hebben moeite met groepen mensen, drukte. Sommigen zijn erg in hun eigen wereld geraakt.” 

“Wanneer iemand besmet is met Covid moet diegene met een mondkapje werken, maar moet wel gewoon doorwerken zolang dat mogelijk is.” 

“We zijn veel voorzichtiger dan andere mensen, testen onszelf nog steeds, bang om 'onze' kwetsbare cliënten te besmetten.”  

“Collega’s die uitgevallen zijn. Cliënten met longcovid, waardoor behandeling moeilijk is.”  

“Handen geven gestopt. Meer telefonische consulten. Digitale overlegvorm voor 60 procent.” 

“Patiënten en familie hebben meer inzicht in het gevaar van infectieoverdracht. Ik werk met patiënten met een verlaagde weerstand, dus in die zin heeft het bij ons op de werkvloer ook positieve gevolgen gehad. Voorheen moesten we vaak politieagentje spelen maar door de COVID zij mensen zich bewuster van het gevaar van infecties. In het werk zijn daarnaast protocollen veranderd en ook de kleine dingen zoals de hand schudden van een patiënt bij het voorstellen van jezelf wordt niet meer gedaan.”

Langzaam minder mensen met last van corona gebeurtenissen

Vergeleken met vorige rondes geven evenveel mensen aan dat ze een corona-gerelateerde gebeurtenis meemaakten (80%), maar het aandeel dat hier nog last van heeft neemt langzaam af (zie grafiek).

Volwassenen hebben het vaakst zelf corona gehad (62%). Een kwart (24%) van de volwassenen die te maken hebben gehad met bedreiging of geweld meemaakten door de coronamaatregelen (3%) heeft daar in december 2023 nog last van. Het aandeel volwassenen dat nog last heeft van bedreiging of geweld is wel kleiner dan in eerdere rondes (zie de grafiek in het rechter tabblad hieronder). Bij andere gebeurtenissen daalt het aandeel dat er last van houdt langzamer. Bijvoorbeeld van de 10% die geen afscheid kon nemen van een dierbare door corona had in december 2023 21% nog last, vergeleken met 27% in juni 2022. 

De grafiek hieronder laat per ronde zien hoeveel procent van de volwassenen een bepaalde gebeurtenis meemaakte. De grafiek in het rechtertabblad laat per gebeurtenis zien hoeveel procent daar nog last van had.

Als volwassenen aangaven dat ze nog last hadden van een gebeurtenis, kregen zij extra vragen om vast te stellen of ze door deze klachten meer risico hebben op een posttraumatische stressstoornis. Bij 1% van alle volwassenen was dit het geval. 

Uit alle gemeten gegevens samen blijkt dat als volwassenen iets heftigs meemaakten dat te maken had met het coronavirus of de maatregelen, vooral volwassenen die erg eenzaam zijn, mentale klachten hebben of gestrest zijn kans hebben op PTSS Posttraumatische Stressstoornis (Posttraumatische Stressstoornis)-symptomen.