Elk jaar doet het Nivel onderzoek naar veranderingen in gezondheidsproblemen en zorggebruik. De vraag is of bepaalde groepen meer last hebben van de coronapandemie en de maatregelen dan andere groepen, en hoe dat komt. Dit onderzoek hoort bij het Gezondheidsonderzoek COVID-19. Hieronder vatten we de meest recente resultaten samen. 

De COVID-19-pandemie en de maatregelen vormen een risico voor de fysieke en mentale gezondheid van mensen. Om verandering in gezondheidsproblemen en zorggebruik te onderzoeken worden gegevens van huisartsen gekoppeld aan achtergrondinformatie van het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS Centraal Bureau voor de Statistiek (Centraal Bureau voor de Statistiek)). De huisartsengegevens zijn representatief voor heel Nederland en geven inzicht in acute symptomen/klachten, chronische aandoeningen, medicatievoorschriften en zorggebruik. De gegevens gaan over sociaaleconomische status (huishoudinkomen), migratieachtergrond en suïcide. In dit onderzoek wordt steeds vergeleken met de situatie vóór de pandemie.  

Rapport huisartsenregistraties jeugd 2020 

Dit eerste onderzoek richtte zich alleen op de jeugd (tot 25 jaar oud), omdat het tijdens de coronapandemie met deze groep slechter leek te gaan dan met volwassenen. De kernconclusie is dat het zorggebruik in 2020 lager was dan in 2019, maar dat sommige klachten juist vaker voorkomen. Groepen waarvan we weten dat ze kwetsbaarder zijn voor verschillende gezondheidsproblemen, komen ook in dit onderzoek naar voren.  

Veranderingen in gezondheid en zorggebruik van jeugd 

De meeste klachten en aandoeningen zijn minder vaak bij de huisarts gezien in 2020. Mensen maakten in 2020 minder gebruik van zorg dan in 2019. Jonge vrouwen en mensen met lage inkomens hadden meer psychische klachten en angstklachten. Mensen met een migratieachtergrond kwamen vaker bij de huisarts vanwege sociale problemen, hoesten en moeheid. Een bestaande chronische fysieke aandoening ging vaak samen met het minder vaak hebben van benauwdheidsklachten. Mensen die al psychische problemen hadden, kwamen juist vaker met benauwdheidsklachten bij de huisarts, maar hadden minder vaak problemen met de toegankelijkheid van de zorg of sociale problemen.  

Verschillen tussen provincies 

Als we kijken naar de verschillen tussen provincies, kwamen gezondheidsproblemen in de meeste provincies minder vaak voor in 2020 dan in 2019. Toch zijn er opvallende verschillen tussen provincies. In Groningen kwamen de meeste gezondheidsproblemen juist vaker voor. In Zeeland nam suïcidaliteit toe. Mensen kwamen vaker met sociale problemen bij de huisarts in Noord-Holland, terwijl sociale problemen in Utrecht juist afnamen.  

Conclusie 

Het lagere zorggebruik in 2020 had invloed op in hoeverre dit onderzoek een beeld kan schetsen van de ervaren gezondheidsproblemen van de jeugd tijdens het eerste coronajaar. Ondanks deze beperking geven de resultaten inzicht in de impact van de pandemie op fysieke en mentale gezondheid. Het is belangrijk om over de tijd te blijven onderzoeken hoe het met mensen gaat, vooral in verhouding tot de pandemie. Ook moeten kwetsbare groepen gevolgd worden om meer inzicht te krijgen in welke factoren wel of niet beschermen tegen de ontwikkeling van gezondheidsproblemen en zorggebruik in tijden van de COVID-19-pandemie. Voor de praktijk is het belangrijk om deze inzichten mee te nemen en waar mogelijk ondersteuning te bieden voor de groepen die dit nodig hebben. 

Lees het volledige rapport 

Het eerste rapport met verdiepende analyses van de huisartsenregistraties gaat over de gezondheidsproblemen bij de jeugd in het eerste jaar van de COVID-19-pandemie in Nederland. Het is te vinden op de website van het Nivel