Op deze pagina beschrijven we de aanpak voor het kwartaalonderzoek onder jongeren. Voor de 11e ronde gebruikten we 2 databronnen: een peiling onder jongeren en gegevens van huisartsen.

Verzamelen data

De peiling is in opdracht van het Netwerk GOR door I&O Research uitgevoerd.
Steekproefselectie en het verzamelen van data voor meetronde 11 liep van 21 maart tot en met 5 april 2024. Vanuit het I&O Research-panel zijn 3.387 panelleden direct benaderd (16 – 25 jaar). Daarnaast zijn 3.075 panelleden met thuiswonende kinderen gevraagd om mee te doen. Wanneer ouders toestemming gaven voor hun kind(eren) om deel te nemen, konden zij de vragenlijst delen met hun kind(eren). Aanvullend op het I&O Research-panel zijn panels van PanelClix, Panel Inzicht en Norstat ingezet om de respons te verhogen. Na de kwaliteitschecks om de dataset op te schonen waren er 5.087 ingevulde vragenlijsten van jongeren (12 – 25 jaar) die meededen aan meetronde 11.

Meetronde

Afnameperiode

Deelnemers (N)

Ronde 1

20 september – 7 oktober 2021

4.807

Ronde 2

7 – 27 december 2021

4.751

Ronde 3 1 - 17 maart 2022 5.826
Ronde 4 25 mei - 7 juni 2022 4.179
Ronde 5 5-20 september 2022 4.608
Ronde 6  28 november - 14 december 2022 3.993
Ronde 7 13 - 27 maart 2023 5.285
Ronde 8 15 juni - 4 juli 2023 4.647
Ronde 9 15 september - 2 oktober 2023 5.079
Ronde 10 11 - 22 december 2023 4.919
Ronde 11 21 maart - 5 april 2024 5.087

De resultaten van eerdere kwartaalonderzoeken staan op de pagina eerdere metingen.  

Deelnemers meetronde 11

De meeste deelnemers aan meetronde 11 waren tussen de 18 en 25 jaar oud (68%). Meer meisjes en vrouwen deden mee dan jongens en mannen (61% vergeleken met 38%). Bij geslacht vinkte 1% van de jongeren anders/wil ik niet zeggen aan. Van de deelnemers heeft 64% een hoog opleidingsniveau of volgt een studie op het hbo hoger beroepsonderwijs (hoger beroepsonderwijs) of op de universiteit. 4 van de 5 deelnemers woont bij zijn of haar ouder(s). Uit heel Nederland deden jongeren mee aan het onderzoek, maar de meeste kwamen uit Zuid-Holland (21%) en Noord-Holland (16%). De provincies Flevoland (3%), Drenthe (3%) en Zeeland (2%) zijn het minst vertegenwoordigd.

Materiaal 

De dataverzameling vond online plaats met een geprogrammeerde vragenlijst. Deze vragenlijst is opgesteld door Netwerk GOR en bestond uit verschillende vragen met uiteenlopende antwoordcategorieën. De volgende onderwerpen kwamen aan bod: 

Representativiteit en weegfactor

Na de dataverzameling hebben we gecorrigeerd voor afwijkingen in representativiteit door weegfactoren toe te kennen op basis van geslacht, leeftijd, regio en opleidingsniveau. Dat doen we door de steekproefsamenstelling met de populatiesamenstelling te vergelijken (afkomstig uit de ‘Gouden Standaard’ van het Centraal Bureau van de Statistiek).

Data-analyse

Op de website staan gewogen cross-sectionele cijfers. Waar mogelijk vullen we dit aan met trendgrafieken. Trendgrafieken laten zien hoe de mentale en fysieke gezondheid van de bevolking zich ontwikkelt. We laten trendgrafieken zien bij alle onderwerpen waarvan we al 3 of meer rondes op dezelfde manier gegevens verzamelen. Zo geven we inzicht in hoe de Nederlandse jeugd rapporteerde op mentale en fysieke gezondheid en hulpbehoefte. 

We onderzochten welke factoren samenhangen met een verhoogde kans op negatieve gevolgen voor de gezondheid en het welzijn van jongeren. We keken ook of er factoren zijn die juist beschermend werken tegen negatieve gezondheidsgevolgen. We deden dit met een analyse in 2 stappen. 

In stap 1 keken we voor elk onderwerp, welke combinatie van gemeten gegevens de uitkomsten het beste uitlegt. Dit heet een Random Forestregressie. Die combinatie van gemeten gegevens namen we mee in stap 2: de multivariabele regressies. In de regressies worden meerdere factoren tegelijk gewogen. We kijken dus niet alleen of eenzaamheid invloed heeft op mentale gezondheid, maar bekijken of eenzaamheid nog steeds belangrijk is als je ook meegemaakte gebeurtenissen en vertrouwen in de toekomst meeweegt. Gezien de grootte van de steekproef hebben we een significantieniveau van 0,1% aangehouden (p < .001). Voor posttraumatische stress-stoornis hebben we een ruimer significantieniveau aangehouden (p < .05), omdat deze vragen door minder dan 10% van de deelnemers zijn ingevuld.

Extra cijfers opvragen 

Het is het mogelijk om aanvullende cijfers uit de jongeren- en volwassenenpanels op te vragen. Zo kunnen de gezondheidsuitkomsten uitgesplitst worden naar verschillende demografische kenmerken (zoals geslacht, leeftijd en opleidingsniveau). Daarnaast is het mogelijk om de cijfers op provinciaal niveau op te vragen. Neem hiervoor contact op met het GOR COVID 19-onderzoeksteam (gor-covid19@rivm.nl).

Over de surveillance van Nivel Zorgregistraties Eerste LijnĀ 

De Nivel Zorgregistraties zijn bedoeld voor de signalering van (infectie)ziekten in de algemene bevolking, maar kunnen ook gebruikt worden voor de monitoring van andere acute klachten. Wekelijks zijn er cijfers beschikbaar over hoe vaak symptomen en aandoeningen in de Nederlandse bevolking voorkomen (prevalentiecijfers). Deze cijfers zijn gebaseerd op geanonimiseerde gegevens uit elektronische medische dossiers van huisartsenpraktijken. De cijfers worden berekend als het aantal personen dat de huisarts in die week raadpleegde voor bepaalde symptomen of aandoeningen, gedeeld door het totaalaantal ingeschreven patiënten in de praktijk. De gegevens komen van ongeveer 380 huisartsenpraktijken met ongeveer 1,6 miljoen patiënten (9% van de Nederlandse bevolking). De gegevens over de symptomen en aandoeningen worden routinematig geregistreerd, gebruikmakend van de ICPC International Classification of Primary Care (International Classification of Primary Care) (International Classification of Primary Care, versie 1). Dit classificatiesysteem wordt in Nederland door alle huisartsen gebruikt. 

Acute gezondheidsproblemen of -condities die mogelijk (direct of indirect) gerelateerd zijn aan de coronapandemie, zoals gepresenteerd aan huisartsen, zijn in kaart gebracht. We richten ons op een aantal niet-specifieke ziekteverschijnselen die een fysieke en/of mentale oorzaak kunnen hebben. Het gaat om zowel ziekteverschijnselen die bekend zijn voor een aandoening, maar ook ziekteverschijnselen die niet aan een aandoening worden toegeschreven. Een deel van deze ziekteverschijnselen wordt door het RIVM genoemd als mogelijke langdurige klachten na het doormaken van een infectie met het coronavirus. Een directe link is echter niet te maken. Besmetting wordt niet geregistreerd in deze data). Zie tabel 1 tabel voor de ziekteverschijnselen die in dit onderzoek zijn meegenomen, en de ICPC-codes. 

Lijst met niet-specifieke symptomen en overeenkomende ICPC-1 codes

Symptomen ICPC code (naam code)
Benauwd of kortademig in rust (zonder inspanning)* R02 (Dyspnoe/benauwdheid toegeschreven aan luchtwegen)
R03 (Piepende ademhaling)
R04 (Andere problemen ademhaling)
R29 (Andere symptomen/klachten luchtwegen)
Moeheid* A04 (Moeheid/zwakte)
Spierpijn* L18
Misselijkheid D09
Pijn of druk op de borst* K01 (Pijn toegeschreven aan hart)
K02  (Druk/beklemming toegeschreven aan hart)
K03 (Andere pijn toegeschreven aan hartvaatstelsel)
Hartkloppingen* K04 (Hartkloppingen/bewust van hartslag)
Angstig/nerveus/gespannen gevoel P01
Plotselinge (hevige) stress of crisis P02 (Crisis/voorbijgaande stressreactie)
Depressief gevoel* P03 (Down/depressief gevoel)
Suïcide, -pogingen en -gedachten  P77
Slaapproblemen

P06 (Slapeloosheid/andere slaapstoornis)

Hoofdpijn*

N01
N02 (Spanningshoofdpijn)

Duizeligheid of licht in het hoofd N17
Geheugen- of concentratieproblemen* P20 (Geheugen-/concentratie-/oriëntatiestoornissen)
Andere afwijking(en) reuk/smaak* N16

* Relevant voor post-COVID volgens de RIVM-lijst.

Specifiek voor jongeren is het belangrijk om te vermelden dat het in Nederland vanaf 12 jaar is toegestaan om zelf naar de huisarts te gaan (zonder begeleiding van ouder/verzorger). Tot 16 jaar geldt wel dat hiervoor toestemming nodig is van een ouder/verzorger. Dat betekent dat de beslissing om met een bepaalde klacht naar de huisarts voor de jongere leeftijdsgroepen niet alleen genomen wordt door degene met de klachten. Deze situatie geldt voor alle meetrondes en biedt geen verklaring voor verschillen tussen de meetresultaten.