Dit stappenplan maakt deel uit van het Handboek Omgevingsveiligheid.  Het beschrijft hoe de grens van het gifwolkaandachtsgebied, veroorzaakt door een activiteit met gevaarlijke stoffen, bepaald kan worden.

Het Stappenplan gifwolkaandachtsgebieden, zoals in de Omgevingsregeling per 1 januari 2026 is aangewezen, omvat de volgende onderdelen:

In het Rekenvoorschrift Omgevingsveiligheid is per activiteit zoals genoemd in Bijlage VII en paragraaf 5.1.2.5 van het Bkl Besluit kwaliteit leefomgeving (Besluit kwaliteit leefomgeving ) vastgelegd welke voorschriften en welk rekenpakket moeten worden toegepast. 

Rapporteren over aandachtsgebieden

Bij het rapporteren over aandachtsgebieden dient bij een:

  • brandaandachtsgebied duidelijk gemeld te worden of sprake is van een plasbrand of een fakkelbrand;
  • explosieaandachtsgebied duidelijk onderscheid gemaakt te worden tussen een vaste stof explosie (zoals vuurwerk), een tank-/ leidingexplosie (zoals BLEVE boiling liquid expanding vapour explosion (boiling liquid expanding vapour explosion)) of een uitwendige explosie (zoals een gaswolkexplosie);
  • gifwolkaandachtsgebied duidelijk gemeld te worden of sprake is van het ontsnappen van een giftig gas, het uitdampen van een giftige vloeistof of het ontstaan van een giftig verbrandingsproduct. 

De gerapporteerde informatie kan door het bevoegd gezag worden gebruikt om te beoordelen met welk type aanvullende maatregelen bescherming kan worden geboden én kan worden betrokken bij het besluit in hoeverre maatregelen nodig geacht worden om voldoende bescherming te bieden. Het is belangrijk dat ook de informatie die is gebruikt voor het bepalen van de aandachtsgebieden beschikbaar blijft. De beschikbaarheid van deze meer gedetailleerde informatie over de gebruikte scenario's in de QRA quantitative risk assessment (quantitative risk assessment) kan noodzakelijk zijn voor het motiveren van een besluit over een voorschriftengebied (artikel 5.14 Bkl Besluit kwaliteit leefomgeving (Besluit kwaliteit leefomgeving )) of aanvullende bescherming tegen het groepsrisico (artikel 5.15 Bkl), het rekening houden met de veiligheidsrisico’s van branden, rampen en crises (artikel 5.2 Bkl) of de gelijkwaardigheid van een maatregel (artikel 4.7 Omgevingswet). 

Voor het rekenen aan aandachtsgebieden dient gebruik te worden gemaakt van de voorgeschreven rekenmethode. De rekenmethoden bieden informatie over de gevaren waartegen in een specifieke casus aanvullende bescherming nodig kan zijn. Ook bij activiteiten met een extern veiligheidsrisico waarbij door de wetgever vaste afstanden zijn aangewezen, kunnen berekeningen aanvullende informatie geven. 

 De berekeningen kunnen in een andere afstand resulteren dan de wetgever heeft aangewezen bij ministeriële regeling. Het bevoegde gezag kan de inzichten in de berekeningen gebruiken om te motiveren hoe eventuele verschillen tussen door de wetgever aangewezen afstanden en de berekende afstanden worden meegewogen in de besluitvorming over de geboden bescherming of de gelijkwaardigheid van maatregelen. De artikelen 5.2, 5.14, en 5.15 Bkl en 4.7 Omgevingswet bieden het bevoegde gezag hiertoe een zekere beoordelingsvrijheid.

Bij het rapporteren van aandachtsgebieden bepaald met CAROLA Computer Applicatie voor Risicoberekeningen aan Ondergrondse Leidingen met Aardgas (Computer Applicatie voor Risicoberekeningen aan Ondergrondse Leidingen met Aardgas)  dient altijd vermeld te worden dat het gaat om een fakkelbrand.

Het bevoegde gezag moet rekening houden met de mogelijke gevolgen van gevaren van activiteiten met gevaarlijke stoffen en bepalen of aanvullende bescherming nodig is voor het waarborgen van een voldoende veilige en gezonde leefomgeving. Aandachtsgebieden zijn gebieden waar mensen binnenshuis, zonder aanvullende maatregelen onvoldoende beschermd kunnen zijn tegen de gevolgen van een ongeval met gevaarlijke stoffen. Het type aandachtsgebied maakt direct zichtbaar door welke gevaren (brand, explosie of gifwolk) de omgeving kan worden getroffen. Hierdoor vormt het aandachtsgebied een instrument voor bedrijf, bestuurder en burger om het gesprek over veiligheid en bescherming door maatregelen te starten. 
Hoe invulling gegeven wordt aan de bescherming binnen aandachtsgebieden, is een bestuurlijke keuze. Het bevoegde gezag maakt en motiveert in de omgevingsvisie en het omgevingsplan een keuze over wat voldoende veilig is en hoe gezondheid en milieu worden beschermd. Ook beoordeelt het bevoegd gezag of, en zo ja welke maatregelen nodig zijn om mensen in aandachtsgebieden voldoende te beschermen. Bij deze keuzes spelen verschillende elementen mee. Meer informatie hierover is te vinden in het onderdeel Bescherming.

De begrenzing van de aandachtsgebieden is vastgesteld in het Bkl Besluit kwaliteit leefomgeving (Besluit kwaliteit leefomgeving )

Een brandaandachtsgebied is de locatie begrensd door de afstand, waar als gevolg van een ongeval dat leidt tot een plasbrand of een fakkelbrand, de warmtestraling ten hoogste 10 kW/m2 is (Bkl artikel 5.12, lid 1).

Een explosieaandachtsgebied is de locatie begrensd door de afstand, waar als gevolg van een ongeval dat leidt tot:

  • een kokende vloeistof-gasexpansie-explosie (BLEVE), de warmtestraling ten hoogste 35 kW/m2 is
  • een explosie, anders dan onder a, de overdruk ten hoogste 10 kPa is. (Bkl artikel 5.12, lid 2).

Een gifwolkaandachtsgebied is de locatie begrensd door de afstand, waar als gevolg van een ongeval dat leidt tot een gifwolk, personen in een gebouw worden blootgesteld  aan ten hoogste de bij ministeriële regeling bepaalde vastgestelde dosis van een gevaarlijke stof (Bkl artikel 5.12, lid 3). De dosis van een gevaarlijke stof, bedoeld in artikel 5.12, derde lid, van het Besluit kwaliteit leefomgeving, is de dosis in een gebouw, die gelijk is aan de dosis bij 30 minuten blootstelling aan de levensbedreigende waarde voor een periode van 30 minuten (LBW30), bedoeld in het Overzicht Interventiewaarden. Het gifwolkaandachtsgebied kan enkele kilometers groot zijn. Dit hangt samen met het soort en de hoeveelheden giftige stoffen die vrijkomen. 

Bij het besluit over een ruimtelijk ontwikkeling in de omgeving van een activiteit met gevaarlijke stoffen, is het gebied waar rekening moet worden gehouden met het groepsrisico als gevolg van een gifwolk door de wetgever afgekapt op 1,5 km (Bkl artikel 5.12, lid 4). Deze afkapgrens geldt alléén voor ruimtelijke ontwikkelingen in de omgeving van een activiteit met gevaarlijke stoffen.
De afkapgrens geldt dus niet voor het verlenen van de vergunning voor de activiteit met giftige stoffen zelf. Bij de beoordeling of voorschriften aan de omgevingsvergunning voor een activiteit met een gifwolkaandachtsgebied moeten worden verbonden om de gevolgen voor de omgeving van een gifwolk te beperken, moet uitgegaan worden van het gehele gifwolkaandachtsgebied. Ook geldt de afkap niet bij het rekening houden met de veiligheidsrisico’s van een brand, ramp, of crisis (Bkl, artikel 5.2 en artikel 8.10a).  


Dat betekent dat de scenario’s en totale omvang van het gifwolkaandachtsgebied door de veiligheidsregio’s betrokken kunnen worden bij hun advisering rond artikel 5.2 Bkl zodat de hulpverlening ook gericht is op het bieden van bescherming tegen de gevolgen van een gifwolk groter dan de 1,5 km; datzelfde geldt voor de mogelijkheden voor personen om zich daarbij in veiligheid te brengen en de geneeskundige hulpverlening aan personen (Bkl, artikel 8.10a);   
Zoals hierboven is aangegeven, worden de aandachtsgebieden begrensd door een bepaalde mate van warmtestraling, overdruk of dosis giftige stoffen. Het is echter niet zo dat aanwezigen binnen een aandachtsgebied alleen beschermd hoeven te worden tegen het gevolg dat bepalend is voor de begrenzing van het aandachtsgebied. Er kunnen ook andere gevolgen optreden. In de regel is bij een explosie bijvoorbeeld de overdruk bepalend voor de grootte van het explosieaandachtsgebied, maar er kan ook sprake zijn van warmtestraling, waardoor binnen het explosieaandachtsgebied ook hiertegen bescherming nodig is. De uitzondering op deze regel is een BLEVE boiling liquid expanding vapour explosion (boiling liquid expanding vapour explosion). Dit is een type explosie waarbij de warmtestraling bepalend is voor de omvang van het aandachtgebied. Binnen dit aandachtsgebied kan echter ook bescherming nodig zijn tegen overdrukeffecten. Bij een brand geldt dat warmtestraling bepalend is voor de grootte van het brandaandachtsgebied, maar een fakkelbrand gaat vaak gepaard met een bepaalde mate van overdruk, waardoor hier ook tegen beschermd moet worden.  

Binnen een aandachtsgebied verschilt het risico. Dit kan van invloed zijn op de mate waarin het bevoegd gezag het bieden van bescherming zinvol, haalbaar en betaalbaar vindt. Over het algemeen kan er namelijk vanuit worden gegaan dat zowel de kans dat een plek getroffen wordt als de impact van het ongeval afneemt wanneer de afstand tot de risicobron toeneemt. Verder is voor bescherming tegen brand en gifwolk de blootstellingsduur relevant. Deze aspecten kunnen door het bevoegd gezag worden meegewogen bij de besluitvorming over het al dan niet treffen van maatregelen om mensen in aandachtsgebieden voldoende te beschermen. Bij aandachtsgebieden die zijn gebaseerd op risicoberekeningen zijn de verschillende zones direct af te leiden uit de berekening. Bij aandachtsgebieden die door de wetgever zijn aangewezen (basisnet) of afgekapt (gifwolk bij de verantwoording van ruimtelijke ontwikkelingen) kan het bevoegde gezag er voor kiezen om door een aanvullende risicoberekening de verschillende zones binnen (en buiten) het aandachtsgebied te onderscheiden. 

Voor de bescherming van mensen tijdens een ongeval met giftige stoffen gebruiken hulpverleners interventiewaarden. De hoogste interventiewaarde is de Levensbedreigende Waarde (LBW ). Dat is de dosis giftige stoffen waarbij mensen kunnen komen te overlijden of levensbedreigende aandoeningen kunnen oplopen. Deze Levensbedreigende Waarde wordt gebruikt voor het bepalen van het gifwolkaandachtsgebied. Al voordat deze waarde wordt bereikt, wordt de Alarmeringsgrenswaarde (AGW) overschreden. Dat is de concentratie waarboven onherstelbare of andere ernstige gezondheidseffecten kunnen optreden, of waarbij door blootstelling aan de stof personen minder goed in staat zijn zichzelf in veiligheid te brengen. 

Aandachtsgebieden maken zichtbaar waar mensen binnenshuis onvoldoende beschermd kunnen zijn tegen de gevolgen van een ongeval met gevaarlijke stoffen. Daarom wordt voor het gifwolkaandachtsgebied uitgegaan van de concentratie giftige stoffen in een gebouw, waarbij er een aanname is gedaan over de snelheid waarmee de in de buitenlucht aanwezige giftige stoffen naar binnen kunnen doordringen. In de rekenmethode is generiek aangenomen dat door ingrijpen van de brandweer en operators na 30 minuten het vrijkomen van giftige stoffen sterk verminderd is. Voor de helderheid, bij het nadenken over het bieden van bescherming binnen het gifwolkaandachtsgebied dient er dus rekening mee gehouden te worden dat de vrijgekomen giftige stof in werkelijkheid korter of langer aanwezig kan zijn dan de 30 minuten waar het rekenmodel vanuit gaat en dat de snelheid waarmee de giftige stof een gebouw binnendringt (en na verdwijnen van de gifwolk weer verdwijnt) in werkelijkheid zal variëren. 

Het gifwolkaandachtsgebied is daarmee het gebied waarbinnen een dosis giftige stoffen binnenshuis bereikt wordt die groter is dan de equivalente dosis  op basis van 30 minuten blootstelling aan de Levensbedreigende Waarde van 30 minuten (LBW30). Het gifwolkaandachtsgebied geeft een generieke maat op basis van een dosis binnenshuis.  

Het berekende gifwolkaandachtsgebied kan enkele kilometers groot zijn. Dit hangt samen met het soort en de hoeveelheden giftige stoffen die vrijkomen. Bij het besluit over een ruimtelijk ontwikkeling in de omgeving van een activiteit met gevaarlijke stoffen, is het gebied waar rekening moet worden gehouden met het groepsrisico als gevolg van een gifwolk beleidsmatig afgekapt op 1,5 km (Bkl (Besluit kwaliteit leefomgeving) artikel 5.12, lid 4). 

Berekenen gifwolkaandachtsgebieden met Safeti-NL

Versie 1 januari 2026

Voor de berekening van afstanden voor een gifwolk op basis van dosis met Safeti-NL versie 9.2 worden de Stappen berekenen gifwolkaandachtsgebieden met Safeti-NL gevolgd. 

Indien er sprake is van een PGS 15 opslag dienen de Stappen dosisbenadering gifwolk PGS 15 opslagen uit dit stappenplan te worden gevolgd. Indien er sprake is van koolstofdioxide dienen de Stappen gifwolkaandschtsgebied koolstofdioxide  uit dit stappenplan te worden gevolgd.

 

 Stappen berekenen gifwolkaandachtsgebieden met Safeti-NL

  1. Ga uit van de scenario’s van de kwantitatieve risicoanalyse zoals opgenomen in het Rekenvoorschrift omgevingsveiligheid. Deze scenario’s zijn representatief voor alle mogelijke situaties die zich kunnen voordoen en die kunnen leiden tot levensbedreigende gevolgen in de omgeving van de activiteit

    N.B.: Bij SEVESO-activiteiten kan een subselectie zijn toegepast om het aantal scenario’s in de kwantitatieve risicoanalyse te beperken. Voor het bepalen van de aandachtsgebieden is het van belang dat bij de subselectie geen scenario's zijn weggevallen die relevant zijn voor het bepalen van het aandachtsgebied. Bij gebruik van een bestaande kwantitatieve risicoanalyse is het raadzaam om de in het verleden uitgevoerde subselectie te controleren om zeker te zijn dat alle voor aandachtsgebieden relevante insluitsystemen en stoffen zijn meegenomen in de kwantitatieve risicoanalyse. 
     
  2. Verwijder de scenario’s die betrekking hebben op PGS15 loodsbranden.

    N.B.: Voor opslagen met gevaarlijke stoffen (PGS15 opslagen) is een apart stappenplan ontwikkeld voor het bepalen van het gifwolkaandachtsgebied op basis van een dosisbenadering. In dit stappenplan zijn de nieuwe wetenschappelijke inzichten over hoe een gifwolk zich kan ontwikkelen bij loodsbranden meegenomen.

  3. Bepaal voor de giftige stoffen of er waarden aanwezig zijn voor de parameters LBW levensbedreigende waarde (levensbedreigende waarde)  en toxic dose threshold N.

    N.B.: Safeti-NL versie 9.2 bevat voor alle stoffen die standaard zijn opgenomen ook een LBW N-waarde voor het berekenen van het gifwolkaandachtsgebied op basis van de dosis. Voor stoffen die apart zijn opgevraagd bij de helpdesk voor eerdere versies van Safeti-NL is deze parameter niet opgenomen. Het RIVM kan op verzoek deze LBW N-waarden bepalen en toevoegen als de LBW voor verschillende blootstellingsduren bekend zijn. 

  4. Bepaal of er mengsels van giftige stoffen aanwezig zijn. Zo ja, bepaal voor elk mengsel de waarde van de parameter dose effect method: additive interaction of no interaction. De parameter is te vinden in het tabblad properties van het mengsel. 

    N.B.: Voor mengsels moet een keuze worden gemaakt voor de interactie van de stoffen. Stoffen in het mengsel kunnen toxicologisch geen interactie hebben of een additieve interactie. De default waarde is additieve interactie. 
     
  5. Stel de parameter risk level to use for effects contours gelijk aan de default waarde, 1e-20 per jaar. Deze parameter is te vinden in settings » risk preferences » contours » effect level contours.  
  6. Stel de parameter building exchange rate (ventilatievoud) gelijk aan de default waarde, 6 per uur. Stel de parameter tail time (latentietijd) gelijk aan de default waarde, 7200 s. Deze parameters zijn te vinden in settings » consequence preferences » toxic preferences » indoor toxic effect modelling. De onderbouwing van deze parameters vindt u in RIVM rapport 2022-0012.

    N.B.: Het gifwolkaandachtsgebied op basis van de dosis kan tegelijkertijd worden doorgerekend met het PRen de FN-curve. Voor de FN-curve wordt altijd een ventilatievoud van 1 per uur en een latentie van 1800 s gebruikt. In de berekening van het PR plaatsgebonden risico (plaatsgebonden risico) wordt geen ventilatievoud en latentie gebruikt, in deze berekening zijn personen altijd buiten/onbeschermd. Voor de berekening van een effectgebied kan de gebruiker het ventilatievoud en de latentietijd (defaultwaarden 6 /uur en 7200 s) zelf wijzigen. Voor elke combinatie van ventilatievoud en latentietijd moet een aparte berekening worden uitgevoerd.  

  7. Kies voor Effect levels de keuze standard of all. Met beide keuzes wordt de Indoor LBW dose zichtbaar gemaakt
  8. Voer de berekening uit. De gifwolkaandachtsgebieden op basis van de dosis worden zichtbaar gemaakt via risk » effect zones (EZ​​) graphs » contours, Indoor LBW dose.
  9. In het gifwolkaandachtsgebied van stap 8 ontbreekt nog het gifwolkaandachtsgebied van de PGS15 loodsbranden. Bepaal met behulp van het Stappenplan dosisbenadering gifwolk PGS15 opslagen - Versie 1 januari  2026’   het gifwolkaandachtsgebied van de PGS15 loodsbranden.
  10. Het gifwolkaandachtsgebied van de activiteit is de omhullende van de contouren uit stap 8 en stap 9.    

Stappen dosisbenadering gifwolk PGS 15 opslagen

Het gebied van een PGS 15 opslag op basis van een dosisbenadering is te berekenen op basis van drie gegevens, namelijk (i) oppervlak van de loods, (ii) hoogte van de loods en (iii) de bronterm voor onverbrand giftig product. Onderstaande stappen geven weer hoe de begrenzing van een gebied kan worden bepaald op basis van een dosisbenadering.  Hierbij is uitgegaan van een ventilatievoud van 6 en een latentiewaarde van 2 uur. De onderbouwing van deze parameters vindt u in RIVM rapport 2022-0012. De onderbouwing van deze tabellen is beschreven in de memo Aandachtsgebieden PGS opslagen.  

Bepaal de effectafstand voor giftige verbrandingsproducten met behulp van onderstaande tabel 1, op basis van de hoogte en het oppervlak van de loods. Toelichting augustus 2024: 'In de tabel is een beperkte aantal waarden voor hoogtes en oppervlakten opgenomen. Daardoor kan de werkelijke loodshoogte en/of het loodsoppervlak tussen de waarden genoemd in tabel 1 liggen. Kijk in dat geval naar de (maximaal vier) effectafstanden behorende bij een lagere en hogere loodshoogte en bij een kleiner en groter loodsoppervlak. Kies vervolgens de grootste effectafstand.

Voorbeelden:

  • Loodshoogte 6 m en loodsoppervlak 1000 m2 geeft een effectafstand van 490 m, namelijk de waarde bij hoogte 8 m en oppervlak 1000 m2;
  • Loodshoogte 9 m en loodsoppervlak 490 m2 geeft een effectafstand van 440 m, namelijk de grootste waarde van (i) hoogte 8 m en oppervlak 300 m2, 310 m, (ii) hoogte 8 m en oppervlak 500 m2, 440 m; (iii) hoogte 10 m en oppervlak 300 m2, 280 m en (iv) hoogte 10 m en oppervlak 500 m2, 410 m;
  • Loodshoogte 9 m en loodsoppervlak 510 m2 geeft een effectafstand van 520 m, namelijk de grootste waarde van (i) hoogte 8 m en oppervlak 500 m2, 440 m, (ii) hoogte 8 m en oppervlak 1000 m2, 490 m; (iii) hoogte 10 m en oppervlak 500 m2, 410 m en (iv) hoogte 10 m en oppervlak 1000 m2, 520 m;
  • Loodshoogte 15 m en loodsoppervlak 750 m2 geeft een effectafstand van 590 m, namelijk de grootste waarde van (i) hoogte 15 m en oppervlak 500 m2, 350 m, (ii) hoogte 15 m en oppervlak 1000 m2, 590 m.'
Tabel 1. Effectafstand (afstand tot het midden van de loods) voor giftige verbrandingsproducten als functie van loodsoppervlak Aloods en loodshoogte Hloods. De effectafstand is berekend met ventilatievoud 6 en latentie 7200 s.
Loodsoppervlak  Aloods
Loodshoogte Hloods
 
8 m
10 m
15 m
25 m
300 m2
310 m 
280 m 
230 m 
140 m 
500 m2
440 m 
410 m 
350 m 
250 m 
1000 m2 
490 m 
520 m 
590 m 
460 m 
1500 m2
490 m 
520 m 
600 m 
650 m 
2500 m2
490 m 
520 m 
580 m 
720 m 

Bepaal de gemiddelde brandsnelheid in een brandcompartiment (b). Deze hangt af van de massafractie van ADR Accord relatif au transport des marchandises dangereuses par route (Accord relatif au transport des marchandises dangereuses par route ) klasse 3 stoffen in het brandcompartiment: 

b = 0,100 × <y> + 0,025 × (1 – <y>) 

met: 

  • b        gemiddelde brandsnelheid per eenheid oppervlak [kg/m2.s]
  • <y>  massafractie ADR klasse 3 stoffen in het brandcompartiment [-] 

Bepaal vervolgens het maximale brandoppervlak voor de effect- en risicoberekeningen. Dit is het minimum van het loodsoppervlak (Aloods) en het maximum brandoppervlak zonder pluimstijging (Apluimstijging).

Amax = min (Aloods, Apluimstijging)

met:

  • Amax    maximum brandoppervlak [m2]
  • Aloods    oppervlak van het brandcompartiment [m2]
  • Apluimstiiging    maximum brandoppervlak zonder pluimstijging [m2]
  • Voor Apluimstiiging  geldt:
  • Apluimstiiging  = 0,18×u3×Hloods /(17,8×b)    

met:

  • u     windsnelheid = 9 m/s [m/s]
  • Hloods    hoogte van de loods [m] 

Bepaal daarna de bronterm voor onverbrand product: 

Φtox = b × Amax × massa% × %actief, tox  × sf 

Met:

  • Φtox    bronsterkte onverbrand product ADR klasse 6.11 [kg/s]
  • massa%   massa aandeel ADR klasse 6.1 in de opslagloods [-]
  • %actief, tox    gewichtsgemiddelde fractie werkzame stof in de ADR klasse 6.1
  • sf    survivalfractie [-] 

Bepaal tot slot de effectafstand voor onverbrand giftig product met behulp van onderstaande tabel 2. Kies hierbij de eerstvolgende, hogere bronterm. 

Tabel 2 Effectafstanden (afstand tot het midden van de loods) voor onverbrand giftig product als functie van de bronterm Φtox en loodshoogte Hloods. De effectafstand is berekend met ventilatievoud 6 en latentie 7200 s.
Φtox  (kg/s) 
Hloods 
 
< 15 m 
≥ 15 m 
0,05 
60 m 
0,06 
60 m 
0,07 
70 m 
0,08 
80 m 
40 m 
0,09 
90 m 
60 m 
0,1 
100 m 
70 m 
0,2 
230 m 
110 m 
0,3 
340 m 
160 m 
0,4 
430 m 
240 m 
0,5 
510 m 
310 m 
0,6 
600 m 
390 m 
0,7 
670 m 
460 m 
0,8 
740 m 
520 m 
0,9 
810 m 
580 m 
870 m 
640 m 
1400 m 
1100 m 
1900 m 
1600 m 
2300 m 
1900 m 
2600 m 
2200 m 
2900 m 
2500 m 
3200 m 
2800 m 
3500 m 
3100 m 
3800 m 
3300 m 
10 
4100 m 
3600 m 
20 
6300 m 
5600 m 
30 
8000 m 
7300 m 
40 
9600 m 
8700 m 
50 
11000 m 
10000 m 
60 
12100 m 
11300 m 
70 
13400 m 
12300 m 
80 
14600 m 
13400 m 
90 
15600 m 
14500 m 
100 
16600 m 
15300 m 

Stap 3

De afstand van het aandachtsgebied van een PGS publicatiereeks gevaarlijke stoffen (publicatiereeks gevaarlijke stoffen) 15 opslag is gelijk aan het maximum van de effectafstand voor giftige verbrandingsproducten (stap 1) en de effectafstand voor onverbrand giftig product (stap 2). 

Voorbeeld 

  • Hoogte loods = 20 m
  • Oppervlak loods = 1750 m2
  • Fractie ADR Accord relatif au transport des marchandises dangereuses par route (Accord relatif au transport des marchandises dangereuses par route ) 3 <y> = 0,5
  • Fractie ADR 6.1 = 0,1
  • gewichtsgemiddelde fractie werkzame stof = 1
  • Survivalfractie = 0,3 

Stap 1 

In Tabel 1 zijn de naastgelegen cellen: 

  • H = 25 m en A = 2500 m2, afstand 720 m;  
  • H = 25 m en A = 1500 m2, afstand 650 m;
  • H = 15 m en A = 2500 m2, afstand 580 m;
  • H = 15 m en A = 1500 m2, afstand 600 m; 

De hoogste waarde is 720 m. 

Stap 2 

Met onderstaande formules berekenen we (i) de brandsnelheid per eenheid oppervlak, (ii) het maximum brandoppervlak zonder pluimstijging, (iii) het maximum brandoppervlak en (iv) de bronterm Φtox 

(i)                                  b = 0,100 × <y> + 0,025 × (1 – <y>) 
                                      b = 0,1 × 0,5 + 0,025 × 0,5 = 0,0625 kg kilogram (kilogram)/m2
(ii)                                Apluimstijging = 0,18×u3×Hloods /(17,8×b) 
                                     Apluimstijging = 0,18×93×20 /(17,8×0,0625) = 2359 m2 
(iii)                              Amax = min (Aloods , Apluimstijging
                                    Amax = min (1750, 2359) = 1750 m
(iv)                             Φtox = b × Amax × massa% × %actief, tox × sf 
                                   Φtox = 0,0625 ×1750 × 0,1 × 1 × 0,3 = 3,3 kg/s 

De hoogte van de loods is ≥ 15 m, en de eerstvolgende, hogere bronterm in Tabel 2 is 4 kg/s. De effectafstand in Tabel 2 is dan gelijk aan 1900 m. 

Stap 3 

  • Effectafstand voor giftige verbrandingsproducten: 720 m
  • Effectafstand voor onverbrand giftig product: 1900 m
  • Grootste effectafstand:1900 m
  • Grootte aandachtsgebied op basis van een dosisbenadering: 1900 m 

Stappen gifwolkaandachtsgebied koolstofdioxide 

Voor de berekening van de omvang van het gifwolkaandachtsgebied als gevolg van een ongeval met koolstofdioxide is de concentratie leidend. Voor de berekening van het gifwolkaandachtsgebied van koolstofdioxide met Safeti-NL versie 9.2 worden de volgende stappen gevolgd:

  1. Ga uit van de scenario’s van de kwantitatieve risicoanalyse zoals opgenomen in het Rekenvoorschrift Omgevingsveiligheid. Deze scenario’s zijn representatief voor alle mogelijke situaties die zich kunnen voordoen en die kunnen leiden tot levensbedreigende gevolgen in de omgeving van de activiteit.  
  2. Stel de parameter risk level to use for effects contours gelijk aan de default waarde, 1e-20 per jaar. Deze parameter is te vinden in settings » risk preferences » contours » effect level contours.  
  3. Kies voor Effect levels de keuze all. Met deze keuze wordt de LBW levensbedreigende waarde (levensbedreigende waarde) outdoor zichtbaar gemaakt.
  4. Voer de berekening uit. Het gifwolkaandachtsgebied voor koolstofdioxide op basis van de concentratie (LBW) wordt zichtbaar gemaakt via risk » effect zones (EZ) graphs » contours, LBW outdoor

Aandachtspunten mbt de berekening:

Het is aan de opsteller van de QRA quantitative risk assessment (quantitative risk assessment) om de aandachtgebieden met voldoende nauwkeurigheid te berekenen en dit in de rapportage te motiveren. De nauwkeurigheid waarmee de aandachtsgebieden worden bepaald hangt samen met de gridgrootte in Safeti-NL. Wanneer er meerdere aandachtsgebieden in één keer worden berekend en deze aanzienlijk in omvang van elkaar verschillen, kan de standaard minimum gridgrootte ongeschikt zijn om te komen tot een nauwkeurige weergave. De nauwkeurigheid van een berekening verhogen kan op twee manieren:

  • Door het brandaandachtsgebied, het explosieaandachtsgebied en het gifwolkaandachtsgebied afzonderlijk van elkaar te berekenen.
  • Door het standaard rekengrid te vergroten.  

Eerdere versie van het stappenplan 

Onderstaand uitklapveld bevat de eerdere versie van het stappenplan gifwolkaandachtsgebieden. Tussen haakjes staat wanneer deze versie voorgeschreven was.  

De belangrijkste wijzigingen in het stappenplan bepalen gifwolkaandachtsgebieden van januari 2026 ten opzichte van de vorige aangewezen versie (aangewezen van 1 januari 2024 – 31 december 2025)

Onderdeel 
Samenvatting wijziging  
Toelichting 

Stappenplan algemeen 

Toepassing dosisbenadering bij bepalen gifwolkaandachtsgebieden. 

De dosisbenadering houdt expliciet rekening met de blootstellingsduur. Per 1 juli 2026 is de begrenzing van een berekend gifwolkaandachtsgebied gebaseerd op een dosisbenadering. 

Stap 2 en stappenplan dosisbenadering PGS publicatiereeks gevaarlijke stoffen (publicatiereeks gevaarlijke stoffen) 15 opslagen. 

Voor opslagen met gevaarlijke stoffen (PGS 15 opslagen) is een apart stappenplan ontwikkeld 

In dit stappenplan zijn de nieuwe wetenschappelijke inzichten over hoe een gifwolk zich kan ontwikkelen bij loodsbranden meegenomen. 

Stap 3, en 4 

Selecteren scenario’s op basis van een dosis in plaats van een concentratie.  

Per 1 juli 2026 is de begrenzing van een berekend gifwolkaandachtsgebied gebaseerd op een dosisbenadering. 

Stap 6 ventilatievoud 

Toepassing ventilatievoud van 6 per uur  

Deze waarde is gebaseerd op een klaslokaal dat voldoet aan het Besluit bouwwerken leefomgeving. Opgemerkt moet worden dat het dus mogelijk is dat er binnen een aandachtsgebied gebouwen aanwezig zijn met een hoger ventilatievoud, zoals horeca, scholen met een hogere ventilatie en typen gebouwen waarvoor nu geen gegevens zijn verzameld, zoals sportscholen. 

Stap 6 latentie 

De waarde voor de latentie voor het berekenen van de aandachtsgebieden is gelijk aan twee uur (7200s). 

Deze waarde past bij de verwachting dat het proces van mensen uit woningen halen enkele uren duurt 

Toepassing Safeti-NL 

Toepassing  Safeti-NL versie 9.2 

 

Berekening gifwolkaandachtsgebied koolstofdioxide 

Opgenomen als apart onderdeel binnen stappenplan bepalen gifwolkaandachtsgebied. 

Voor de berekening van de omvang van het gifwolkaandachtsgebied als gevolg van een ongeval met koolstofdioxide is de concentratie leidend. 

Bereken gifwolkaandachtsgebieden met Safeti-NL

Versie februari 2020

Voor de berekening van een aandachtsgebied met het rekenpakket Safeti-NL worden de volgende stappen gevolgd:

  1. Ga uit van de scenario’s van de kwantitatieve risicoanalyse zoals opgenomen in het Rekenvoorschrift Omgevingsveiligheid. Deze scenario’s zijn representatief voor alle mogelijke situaties die zich kunnen voordoen en die kunnen leiden tot levensbedreigende gevolgen in de omgeving van de activiteit. 

    N.B.: Bij SEVESO-activiteiten kan een subselectie zijn toegepast om het aantal scenario’s in de kwantitatieve risicoanalyse te beperken. Voor het bepalen van de aandachtsgebieden is het van belang dat bij de subselectie geen scenario's zijn weggevallen die relevant zijn voor het bepalen van het aandachtsgebied. Bij gebruik van een bestaande kwantitatieve risicoanalyse is het raadzaam om de in het verleden uitgevoerde subselectie te controleren om zeker te zijn dat alle voor aandachtsgebieden relevante insluitsystemen en stoffen zijn meegenomen in de kwantitatieve risicoanalyse.
  2. Stel de parameter risk level to use for effects contours gelijk aan de default waarde, 1e-20 per jaar. Deze parameter is te vinden in settings » risk preferences » contours » effect level contours.  
  3. Kies voor Effect levels de keuze standard. Met deze keuze worden de aandachtsgebieden zichtbaar gemaakt, namelijk namelijk de 2,54xLBW outdoor voor het gifwolkaandachtsgebied.
  4. De aandachtsgebieden worden zichtbaar gemaakt via risk » effect zones » contours.

Aandachtspunten mbt de berekening:

A. Het is aan de opsteller van de QRA quantitative risk assessment (quantitative risk assessment) om de aandachtgebieden met voldoende nauwkeurigheid te berekenen en dit in de rapportage te motiveren. De nauwkeurigheid waarmee de aandachtsgebieden worden bepaald hangt samen met de gridgrootte in Safeti-NL. Wanneer er meerdere aandachtsgebieden in één keer worden berekend en deze aanzienlijk in omvang van elkaar verschillen, kan de standaard minimum gridgrootte ongeschikt zijn om te komen tot een nauwkeurige weergave. De nauwkeurigheid van een berekening verhogen kan op twee manieren:

  • Door het brandaandachtsgebied, het explosieaandachtsgebied en het gifwolkaandachtsgebied afzonderlijk van elkaar te berekenen.
  • Door het standaard rekengrid van 160.000 gridcellen (400 x 400) te vergroten. De schaling van het rekengrid wordt aanpast op basis van de verst reikende contour. Als de berekening een gebied betreft van 2 bij 2 kilometer is bij het standaard rekengrid ieder gridcel 5 bij 5 meter groot, maar als het rekengrid wordt vergroot naar 640.000 blokjes (800 bij 800 vakjes) is iedere gridcel 2,5 bij 2,5 meter groot.

B. Het gifwolkaandachtsgebied wordt bepaald aan de hand van een concentratie buiten die gelijk is aan 2,54 keer de Levensbedreigende Waarde (LBW). Een overzicht van actuele Levensbedreigende Waarden is hier beschikbaar. Hierbij geldt de LBW levensbedreigende waarde (levensbedreigende waarde) bij 30 minuten blootstelling. Indien deze ontbreekt, geldt de LBW bij één uur blootstelling.

C. Als het gifwolkaandachtsgebied groter is dan de grootste afstand tot 1% letaliteit, kan het gifwolkaandachtsgebied (gedeeltelijk) buiten het rekengrid komen te vallen. In dat geval dient het gifwolkaandachtsgebied afzonderlijk te worden bepaald aan de hand van onderstaand stappenplan. Toelichting juli 2024: 'Dit geldt voor Safeti-NL versie 8.3. Deze stap is niet nodig voor Safeti-NL versies 8.5 en 8.8, omdat in deze versies het rekengrid is aangepast op het gifwolkaandachtsgebied.' 

Het gifwolkaandachtsgebied kan ook met de volgende stappen bepaald worden:

  • Zoek in Safeti-NL de scenario’s die het gifwolkaandachtsgebied definiëren. De afstand tot de LBW buitenshuis die in het SMEZ Summary Maximum Effect Zones (Summary Maximum Effect Zones)-rapport is weergegeven, vormt hiervoor, samen met de uitstroomlocatie, een goede indicatie. N.B.: Om de LBW afstanden in de SMEZ weer te geven moet in alle scenario’s een vink worden gezet bij NLIV (1 hr) (‘averaging time for reports’) in het tabblad Dispersion.
  • De grootte van het gifwolkaandachtsgebied is gelijk aan de grootste afstand tot waar de concentratie van de giftige stof binnenshuis gelijk is aan de Levensbedreigende Waarde bij 30 minuten blootstelling LBW30). Safeti-NL berekent de concentratie buitenshuis. De corresponderende buitenconcentratie is gelijk aan 2,54 x LBW30. Deze waarde moet worden ingevuld bij het scenario in het tabblad ‘Dispersion’onder ‘Concentration of interest’. Kies hierbij de ‘Averaging time for concentration of interest’ gelijk aan de standaard waarde van de kwantitatieve risicoanalyse: ‘Toxic’ (bij 10 minuten).
  • Vervolgens kan het scenario worden doorgerekend. De afstand kan direct afgelezen worden via Reports > Consequence summary

Deze methode kan ook toegepast worden wanneer:

  • Bij PGS15 opslagen de concentratie stikstofdioxide in het mengsel van verbrandingsproducten dermate laag is, dat stikstofdioxide niet bepalend is voor het aandachtsgebied. De analist kan dan gemotiveerd afwijken. In dat geval motiveert de analist de keuze van de LBW30 waarde van de stof die wel bepalend is voor het aandachtsgebied, chloorwaterstof of zwaveldioxide.
  • Onverbrande stoffen vrijkomen uit ADR Accord relatif au transport des marchandises dangereuses par route (Accord relatif au transport des marchandises dangereuses par route )-klasse 6.1 verpakkingsgroep I en II. De analist moet dan gemotiveerd een LBW30 waarde afleiden op basis van de specifiek opgeslagen stoffen, dan wel gemotiveerd aangeven dat het vrijkomen van deze onverbrande stoffen niet relevant is voor het aandachtsgebied.

Ook andere effectgebieden zichtbaar maken

Safeti-NL biedt de mogelijkheid om naast de aandachtsgebieden ook andere effectgebieden te tonen. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk ook andere effect levels zichtbaar te maken. Ook is het mogelijk effectgebieden zichtbaar te maken met een specifieke kans op overschrijding van een effect level; deze kans kan aangepast worden via de parameter risk level to use for effects contours.

Bereken gifwolkaandachtsgebieden met RBMII RisicoBerekeningsMethodiek 2 (RisicoBerekeningsMethodiek 2 )

Versie februari 2020

Het ministerie van IenW Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat ) heeft de aandachtsgebieden beleidsmatig vastgesteld (de betreffende afstanden zijn te vinden in het Bkl Besluit kwaliteit leefomgeving (Besluit kwaliteit leefomgeving ), Bijlage VII onder C). Indien u toch wilt rekenen kunt u gebruik maken van het rekenvoorschrift en inzicht verkrijgen in de op basis van de rekenmodellen te verwachten brand-, explosie- of gifwolkaandachtsgebieden, U kunt dit bijvoorbeeld gebruiken voor het bepalen van de gelijkwaardigheid of het onderbouwen van een besluit over een voorschriftengebied of beschermende maatregelen.

Aanvullingen op stappenplan bepalen gifwolkaandachtsgebied

Het stappenplan bepalen gifwolkaandachtsgebied versie februari 2020 is aangewezen in de Omgevingsregeling. Toelichtingen die later dan de versiedatum zijn toegevoegd, zijn opgenomen als aanvullende tekst met de vermelding van de datum waarop ze zijn toegevoegd. De teksten zijn bedoeld ter verduidelijking. De aanvullingen leiden niet tot een andere omvang van het aandachtsgebied.