Overzicht van het aantal apparaten voor het uitvoeren van röntgenonderzoek.

 

Röntgenkamers en toestellen

In figuur 1 is de trend weergegeven van het aantal röntgentoestellen per categorie zorginstelling. Deze gegevens worden ieder jaar uit het Jaardocument Zorg gehaald. Vóór 2005 is altijd gevraagd naar het aantal röntgenkamers op de afdeling radiologie, na 2005 is er gevraagd naar het aantal röntgentoestellen in bezit van een ziekenhuis. Het aantal röntgentoestellen in een ziekenhuis zal groter zijn dan het aantal kamers omdat bij de vraag naar het aantal toestellen ook de mobiele toestellen en toestellen buiten de afdeling radiologie worden meegeteld. Als verondersteld wordt dat vanaf ongeveer 2001 er meer toestellen buiten de röntgenkamers zijn gekomen dan lijkt de nieuwe trend beter aan te sluiten met de aantallen van voor 2001. Het aantal toestellen is waarschijnlijk in de jaren 2001-2004 groter geweest dan het aantal kamers waarnaar in de enquête werd gevraagd.

Volgens het Jaardocument Zorg van 2020 is het aantal röntgentoestellen (exclusief CT):

  • 217 in de academische ziekenhuizen;
  • 1445 in de algemene ziekenhuizen;
  • 28 in de categorale instellingen;
  • 157 in de ZBC zelfstandig behandelcentrum (zelfstandig behandelcentrum).

Figuur 1: Trend in het aantal röntgentoestellen in zorginstellingen. Verdeeld per categorie instelling (algemeen, academisch, categoraal en zelfstandig behandelcentra (zbc)) en het totaal. Tot en met 2004 werd het aantal röntgenkamers uitgevraagd en gelijk verondersteld met het aantal toestellen . Vanaf 2005 wordt het aantal toestellen bijgehouden

 

In het Jaardocument Zorg is vanaf het enquêtejaar 2007 ook gevraagd naar het aantal niersteenvergruizers (LSI lithotripsy (lithotripsy)), MRI magnetic resonance imaging (magnetic resonance imaging)-scanners, angiografie apparatuur (DSA digitale subtractie angiografie (digitale subtractie angiografie)), PET-CT-scanners en CT-scanners. Deze gegevens voor 2020 zijn weergeven in figuur 2. 

Figuur 2: Het aantal toestellen in 2019 in algemene, academische en categorale instellingen en zelfstandige behandelcentra.